In 1585 keerde de admiraal van Zierikzee voor korte tijd terug naar zee. De admiraal van Zeeland, Willem Bloys van Treslong, was namelijk bij de Staten van Zeeland in ongenade gevallen nadat hij zich over zijn 'broodheren' zeer negatief had uitgelaten. Justinus van Nassau, een stiefbroer van stadhouder Maurits volgde hem op. Deze Justinus had echter totaal geen ervaring op zee. Om toch enigszins beslagen ten ijs te komen wezen de Staten van Zeeland hem twee adviseurs toe: de ervaren kapitein Maarten Drooge en Adriaan Willem Simonsz. Het adviseurschap van Simonsz. was van korte duur. Drooge bleef wel langer de nieuwe luitenant-admiraal ter zijde staan. Als vlaggenkapitein commandeerde hij enkele jaren diens admiraalschip.23 Jaar na jaar vernieuwden de Staten van Zeeland Simonsz.' aanstelling. In 1587 benoemde de Raad van State George Everharcl graaf van Solms tot overste-generaal over alle militairen die als garnizoen in de Zeeuwse steden werden gelegerd. Onder Van Solms kwamen negentien compagnies-commandanten. Een van hen was de admiraal van Zierikzee. Op 10 januari 1587 legde hij bij de Raad van State de eed af.24 In 1589 ontving hij een nieuw commando vanwege 'den goede, getrouwe diensten bij hem lange jaeren dese landen bewesen'. Op de betaalrol van zijn nieuwe compagnie stonden naast hemzelf, een jongen, een luitenant en vaandrig elk met hun jongen, twee sergeanten, twee trompetters, een pijper, drie korporaals, een foerier of klerk, een chirurgijn, 30 muskettiers, 39 spiesen, met borstharnassen (corseletten), 10 hellebaardiers, 3 soldaten gewapend met een schild en rondas (rondassiers) en 52 haakbusschieters#5 vc k-'.iiv. "(ty I f-.'.C '7 11 p. J, C- TVfc-fP, y,,., .ok l f - I, I rV «C..C C* f f •ïaCmC'#-» Hj7 "x ft z y <35 Betaling van 600 pond Vlaams (3.600gulden) aan admiraal Adriaan Willem Simonsz. ZA Middelburg, Rekenkamer, inv.nr. 20 (2e rekening van Adriaan Manmaker, 1576-1578). Op 31 mei 1591 schreven de Staten Zeeland aan Simonsz. dat er geruchten circu leerden over een aanval op Tholen, Bergen op Zoom of Steenbergen. Zij bevalen hem daar naar toe te gaan en ervoor te zorgen dat alle posten bezet werden en daar te blijven tot nader order. Bijna twee maanden later dirigeerden de Staten-Generaal zijn compagnie naar Steenbergen om te voorkomen dat vijandelijke troepen de oogst zouden vernietigen.26 In 1592 werden vijftien soldaten uit zijn compagnie gelicht om toegevoegd te worden aan de bemanning van een van de zes visserijconvooiers die tegen de Duinkerker kapers in zee werden gebracht. Het ging om de oorlogsbodem van kapitein Pieter Ketelaer uit Zierikzee.2 Een jaar later kreeg hij opdracht om met zijn compagnie in het geheim naar Vlissingen af te reizen en vandaar per schip naar Oostende te gaan om een vijandelijke aanval af te slaan.28 Keer op keer dirigeerden de Staten van Zeeland hem en zijn compagnie naar Oost ende en andere plaatsen in het huidige Zeeuws-Vlaanderen, West-Brabant en Tholen die mogelijk door de koninklijke troepen aangevallen konden worden. Tot echte 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2010 | | pagina 30