1953), Johanna Alida Seijn, heeft Rijkje Bubbezon als verre voormoeder. Dit feit geeft zijn zeer bekende sonnet 'De moeder de vrouw' een wel heel bijzondere dimensie: 'Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden, worden weer buren. Een minuut of tien dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken, mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd - laat mij daar midden uit de oneindigheid een stem vernemen dat mijn oren klonken. Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren. Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer, en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren. O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. Prijs God, zong zij. Zijn hand zal u bewaren.'20 Zo bekeken lijken ook Nijhoffs bijbelse spelen twee eeuwen te overspannen, terwijl zijn betrokkenheid met de Nieuwe Psalmberijming die degene van 1773 zou vervangen, ronduit pikant is. In 1773 kwam het grootste verzet tegen de vervanging van Datheens berijming immers uit Maassluis. En Nijhoff? Die hield wel van deze teksten! Uit het lidmatenregister van Hontenisse blijkt dat op 1 juni 1781, met attestatie van Bruchem, Rijkje Bubbezon met haar zoon en diens echtgenote ingekomen zijn. Dertien maanden later gevolgd door de mededeling dat Rijkje Bubbezon daar op 31 juli 1782 was overleden, 74 jaar oud.21 Haar teksten en die van haar dochters behoren niet tot de grote literatuur, maar vormen in de lange keten van schrijvende en belijdende Nederlanders een interessante schakel. Literatuur A.J. van der Aa, Nieuw biographiscb, anthologisch en critisch woordenboek uan Nederlandsche dichters (3 dln), Amsterdam '1844-1846, deel I, 484. J. van de Baan (over fam. Oudkerk), De Navorscherjrg. 25 (1875), 571-572. LH. van Eeghen, 'Een Amsterdamse bruiloft in 1750', Jaarboek. Genootschap Amstelodamumjrg. L, Amsterdam 1958, 144-146. J.G. Frederiks F.J. van den Branden, Biographiscb woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkundeAmsterdam 1888, 581. A. de Jeu, Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek 1600-1750, Hilversum 2000, 78. G.J. Lepoeter, De Geerteskerk te Kloetinge Goes 2003, 51. G.H. Leurdijk, 'Een Hollandse piëtist op Zeeuwse bodem. Martinus Westerhout (1705-1793) als gereformeerd predikant in Brouwershaven', in Documentatieblad Nadere Reformatie (jrg. 32 (2008), 119-156. PC. Molhuysen en RJ. Blok (redi), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 dln), Leiden 1911- 1937, deel VII, 226. F. Nagtglas, 'Wat een Zeeuw anderhalve eeuw geleden in Amsterdam zag', De Navorscher jrg. 30 (1880), 433-438. F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen (2 dln), Middelburg 1890-1893; deel I, 87-88; deel II, 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2010 | | pagina 58