Ambacht en armoede 1750-1850
enkele generaties van de familie stofregen te
zierikzee
door ir. Albert Clobus
Inleiding
In deze bijdrage geef ik een overzicht van het reilen en zeilen van Andries Stofregen,
zijn kinderen en kleinkinderen in de Zierikzeese gemeenschap. Daarbij tracht ik
inzicht te geven in de soms sterk veranderende maatschappelijke positie van de
verschillende familieleden gedurende de periode 1750-1850.
De herkomst van de Zierikzeese familie Stofregen is vooralsnog onduidelijk. Op
enig moment rond het midden van de achttiende eeuw vestigde zich een Andries
Stofregen te Zierikzee. Hij gaf op geboren te zijn te Amsterdam. Daar woonden in
de eerste helft van de achttiende eeuw meerdere personen en gezinnen Stofregen.
De doop van Andries is te Amsterdam evenwel niet gevonden, evenmin als andere
aanwijzingen die licht kunnen werpen op de voorouders en/of de herkomst van
Andries Stofregen. We beschouwen Andries daarom voorlopig als de oudste
generatie van deze familie. Hij en zijn nakomelingen hebben ruim 100 jaar in
Zierikzee gewoond en gewerkt, velen als metselaar, soms in grote armoede levend,
soms aan de zelfkant van de plaatselijke samenleving staand. In de tweede helft van
de negentiende eeuw waaierde men uit naar elders.
Andries Stofregen, een nieuwkomer in Zierikzee
Van Andries' achtergrond valt slechts op te merken dat zijn schoolopleiding
waarschijnlijk beperkt was; hij kon niet schrijven. De reden waarom Andries
Stofregen van Amsterdam naar Zierikzee trok is onbekend. Economisch kan van
Zierikzee in het midden van de achttiende eeuw niet echt meer een magneetwerking
zijn uitgegaan.1 Er is vermoedelijk een andere drijfveer geweest. In elk geval was
Andries in de zomer van 1752 te Zierikzee toen hij daar trouwde met Johanna
(Janna) Vermeule. Over Andries' werk en inkomen in die tijd is niets bekend, maar
aangezien hij niet werd aangeslagen voor een belasting als familiegeld, kan wel
aangenomen worden dat van een grote welstand geen sprake was. Aantekeningen
in de rekeningen van het metselaarsgilde wijzen er meer op dat hij met vrouw en
zes kinderen rond 1765 op de rancl van armoede leefde. Een aantal jaren later blijkt
Andries kleermakersbaas te zijn, gespecialiseerd in het naaien van wollen kleding
en kinderkleren. Tot zijn vaste klanten behoorde cle diaconie van de Hervormde
gemeente, die bij hem bestellingen deed ten behoeve van bedeelden en kinderen
in het armhuis.
In 1779 woonde Andries in de Rozemarijnstraat. Zeven jaar later bleek hij enkele
tientallen meters verderop te wonen aan het Gat van Westnoordwesten. Door een
relletje krijgen we daar een kijkje in het huiselijk leven van Andries, die toen dik
zestig jaar oud was. Op 9 maart 1786 ontstond er namelijk een ruzie ten huize van
Andries Stofregen. Tussen 11 en 12 uur in de ochtend waren Janna Baarse en Lieven
Hendrikse Nute op de koffie bij vrouw Stofregen. Ze zaten in de keuken. Andries
was er ook, maar was ziekelijk en zat apart in de hoek bij cle haard. Plotseling kwam
Jan Vermeule binnen. Zijn gezicht stond op onweer en hij beet vrouw Stofregen
59