Zij werden daar gedwongen alsnog de eed af te leggen. Daarna werden Willem en enkele anderen, onder wie zijn oude leermeester Cornells Lookman, nog veertien dagen gevangen gehouden, zogenaamd voor hun eigen veiligheid. Opvallend is trouwens, dat zich onder de Oranjegezinde heethoofden geen metse laarsbazen bevonden. De enige baas die aan vankelijk werd verdacht, Gilles Mozes, bleek tenslotte niet tot de actieve groep te horen." Een metselaar met achter zich een opperman, (tekening door Jan Luyken. 1694, foto en collectie Amsterdams Historisch Museum, inv. nr. TA13367) Nadat cle rust in Zierikzee was weergekeerd, pakte iedereen zijn zaken weer op. Willem Stofregen had in de jaren 1784-1790 flinke omzetten, zo blijkt uit de gilderekeningen. Uit zijn lidmaatschap van de nieuwe schutterij viel al af te leiden dat hij niet geheel onbemiddeld was. De grafiek 'Gemiddelde extra personeelsinzet per vrijbaas in de periode oktober 1774 tot oktober 1796' geeft een indruk van het volume van de bedrijvigheid van Willem Stofregen als ondernemer, in vergelijking tot dat van zijn collega metselaarsbazen, gedurende de tijd dat zij te Zierikzee actief waren. Er zijn grote verschillen te zien tussen de bazen. Willem Stofregen behoorde blijkbaar tot de middenmoot.9 Gemiddeld beschouwd over de hele periode had hij elke week twee opperlieden nodig. Waarschijnlijk deed hij in de meeste jaren vooral kleine en middelgrote klussen. Willem metselde niet alleen, maar ging af en toe ook ondernemend te werk. Zo kocht hij een bouwval aan de noordzijde van de Krepelstraat, die hij vervolgens begin 1790 doorverkocht aan de bakkersbaas Teunis de Does, onder de afspraak dat Willem de (ingrijpende) werkzaamheden zou verrichten om het huis weer in goede staat te brengen.10 Voor zijn bedrijf kocht Willem voor vele honderden guldens per jaar bouwmaterialen die vaak van ver moesten komen. Zo werden bakstenen per schip aangevoerd uit Zuilichem en Ouderkerk aan de IJssel. Ondanks de vaak flinke hoeveelheid werk die hij onder handen had, lukte het Willem niet altijd om op tijd te betalen, zodat de betrokken leveranciers een Zierikzeese notaris inschakelden om hun vordering kracht bij te zetten.11 Het was trouwens gebruikelijk dat er bij het aannemen van werken door een baas, collega bazen zich borg stelden om de goede uitvoering van een werk te garanderen. Willem deed dat ook, bijvoorbeeld toen baas Gerrit ter Spil in 1789 metselwerk aan cle muren van de Oude Haven had aangenomen.12 De hoeveelheid werk In hoeverre volgde het werkvolume van het bedrijf van Willem Stofregen nu het algemene patroon van de metselaarsbranche in Zierikzee? Een tweede grafiek geeft daarvan een indruk door de over alle vrijbazen gemiddelde extra personeelsinzet te vergelijken met die van Willem Stofregen. In de metselaarsbranche verminderde de bedrijvigheid voorafgaand aan de vierde 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2010 | | pagina 67