gebleven. Sinds zijn aankomst in Indië was zijn gage echter bijna verdubbeld. Hij
had een hoger inkomen dan zijn directe militaire superieur en verdiende 14% meer
dan een metselaar die ook op het fort werkte. In Zeeland had men in die tijd geen
rooskleurig beeld van de positie van VOC-soldaten en hoe Jan zich voelde weten we
niet, maar zijn werkgever was blijkbaar tevreden over hem.
Schutters werden leden van de gewapende burgermacht
Drie broers Stofregen bleven intussen een rol spelen in de schutterij van Zierikzee.
Conform de bepalingen van het nieuwe bewind, werd deze schutterij - die uit vijf
compagnieën fuseliers en enige artillerie bestond - in mei 1797 gereorganiseerd.
Nadat alle schutters de nieuwe reglementen hadden ondertekend en hun officieren
hadden gekozen, kon de nieuwe organisatie opgezet worden onder de naam
'Gewapende burgerwacht'. Naast de divisie artillerie werden gevormd een staf, een
compagnie grenadiers en acht compagnieën fuseliers. Toegevoegd werd bovendien
een compagnie jagers bestaande uit burgers uit Noordgouwe en Dreischor. Samen
vormden zij nu een bataljon gewapende burgermacht, 607 man sterk, onder
bevel van luitenant-kolonel Johannis Fitzner, in het dagelijks leven leerfabrikant te
Zierikzee. Tijdens een plechtige bijeenkomst
met parades, toespraken, kanongebulder
en krijgshaftige muziek vond de formele
installatie plaats. De schutters traden in
als gewapende burgers. Willem en Izaak
Stofregen werden als klarinettisten ingedeeld
bij het 16 man tellende stafmuziekkorps van
het bataljon. Andries Stofregen was tamboer
bij de achtste Compagnie Fuseliers onder
kapitein Daniel de Winter. De meeste van hun
collega-metselaars waren eveneens bij het
bataljon ingedeeld.
Uniformen van de gewapende burgermacht vanaf
1799, links een fuselier, rechts een grenadier (C. te
Lintum enj. Hoynck van Papendrechl, Onze schutter-
vendels en schutterijen, 's-Gravenhage 1910, plaat 32;
foto auteur)
Nieuwe regelgeving noopte commandant Fitzner in 1805 opnieuw tot reorganisatie.
In mei 1809 kregen de leden van de gewapende burgermacht een glansrol toebedeeld
bij het meerdaagse bezoek van koning Lodewijk Napoleon aan Zierikzee. Enkele
maanden later werd hun inzet serieuzer. Engelse militairen en matrozen hadden
Zierikzee tijdelijk bezet en na hun vertrek ontstond een machtsvacuüm. Izaak
Stofregen was toen één van de leden van de gewapende burgermacht, die zich als
vrijwilliger met ijver inzette voor het handhaven van de openbare orde in Zierikzee.1
Ingelijfd bij Frankrijk
Intussen was de economische toestand nog beroerder geworden. In de jaren 1810-
1812 was er sprake van een crisissituatie. Het tot stilstand komen van de zeevaart,
het volledig instorten van de handel, het verdwijnen van de visserij en de sterk
68