Terwijl Edzard zich zowel als bankier als elders op maatschappelijk gebied actief bewoog, was ook zijn vrouw zelfstandig actief in de Zierikzeese gemeenschap. In januari 1916 trad zij op als secretaris voor Schouwen-Duiveland voor de landelijke geldinzamelingsactie voor het verlenen van bijstand aan de krijgsgevangenen van alle oorlog voerende staten. In juli van dat jaar vormde zij met twee dames een Zierikzees comité "de urgentieraad", dat als doel had te bevorderen dat, als de mannen in de oodog worden opgeroepen, door de vrouwen hun werk zou worden voortgezet. In januari en februari 1923 heeft Annie zich met enkele andere dames intensief bezig gehouden met de voorbereidingen van de kinderoperette "De Prins van Sind", waarin haar dochter Anna Marie Gelderman meespeelde. In de winter van 1925 maakt Annie met anderen actief deel uit van een 'Comité tot leniging van den watersnood' (bij 's-Hertogenbosch). Edzard overleed onverwacht op 1 juli 1940 in het ziekenhuis te Noordgouwe. Op donderdagmiddag 4 juli 1940 om 14.00 uur werd zijn stoffelijk overschot op het oude gedeelte van de Algemene Begraafplaats te Zierikzee ter aarde besteld. Aan zijn dood werd op 2 juli 1940 een bericht gewijd in de Zierikzeesche Nieuwsbode en ook de sobere uitvaart, waarbij geen bloemen waren gewenst, werd in de Zierikzeesche Nieuwsbode verslagen. Annie de Crane was de laatste van haar geslacht die - afgezien van evacuaties in de oorlog en na de Watersnood in 1953, toen zij bij haar dochter te Groningen heeft verbleven - vrijwel haar gehele leven in Zierikzee bleef wonen. In 1960 moest zij, bij gebrek aan betrouwbare zorg in eigen huis, Zierikzee verlaten en werd zij overgebracht naar het verzorgingshuis Sint Liduina te Schijndel, waar zij op 29 april 1961 overleed. Op 3 mei 1961, drie dagen voor haar 74e verjaardag, werd zij op de Algemene begraafplaats te Zierikzee bij haar echtge noot Edzard begraven, met op haar kist een afscheidsgroet van bloeiende rododendrons uit de tuin van 'De Houtsnip'. Westenschouwen en het huis "De Houtsnip". Het buitenleven in Westenschouwen heeft steeds een belangrijke rol gespeeld in het leven van Annie en Edzard. Annies vader Pieter Paul de Crane had in 1908 van zijn oom en naamgenoot jhr. mr. Pieter Paul van Gelre van Vrijberghevan Westenschouwen bij legaat cle ambachtsheerlijkheid Westenschouwen geërfd. De familie was zich van deze historische band bewust. Zo hing op 'De Houtsnip' het in olieverf op paneel geschilderde wapen Van Vrijberghe. Dit heeft ook bij ons in Westenschouwen weer een ereplaats gekregen. Edzard was van huis uit de liefde voor de jacht bijgebracht. Vanaf zijn beginjaren op Schouwen-Duiveland heeft hij er gejaagd. In 1922 kreeg hij van Pieter Paul de Crane toestemming om pachtvrij in de ambachtsheerlijkheid Westenschouwen te jagen. In een ongedateerde brief, waarop de in den Haag wonende schoonpapa "Goedgevonden 4 juli 1922 PR de Crane" aantekende, schrijft Edzard dankbaar onder meer: Waarde Papa, Nadat mijn vorig schrijven reeds in zee was ontving ik hel vriendelijke briefje van Mama die mij namens U komt vertellen dat ik de jacht pachtvrij kan krijgen tot wederopzeggens toe enkel met de aangename verplichting van het zenden van een lOtal stuks wild. Gaarne neem ik dit aanbod aan en ook Annie verheugt zich hij voorbaat in de uitjes naar de duinen. Gaarne hoor ik nog van U of de pacht van de heeren Bolle met Januari geëindigd is of anders op welke datum en zal U dan en schriftelijke machtiging die ik bij mij moet dragen ter teekening zenden. De wildstand zal hopen wij wel weer ee?i beetje in orde komenom te beginnen zal ik. er in het voorjaar maar een paar van mijne faisanten loslaten. 94

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2010 | | pagina 96