Een hart voor schouwen
HERINNERINGEN AAN MIJN GROOTOUDERS JOHANNA
MARIA DE CRANE EN EDZARD JACOB GELDERMAN
door E.F.G.M. Gelderman
In 2004-2005 bouwden wij in Westenschouwen een houten zomerhuis in Zeeuwse
stijl. We doopten het "De Bergeend", als herinnering aan de vele vakanties die ik in
het derde kwart van de vorige eeuw met mijn ouders en zusters op grootouderlijke
grond in Westenschouwen doorbracht. Wij genoten toen van het sfeervolle jacht
huis "De Houtsnip" dat mijn Schouwse grootouders er in 1918 bouwden en van het
naastgelegen zomerhuis "De Bergeend", aan de Hogeweg, nu Kraaijensteinweg, nr.
134 en 134 a. Huizen die mij door hun geur en kleur, hun sfeer en door verhalen
uit "de oude tijd" die ik er hoorde bijzonder aanspraken en waaraan ik steeds met
warmte terugdenk. Mijn grootouders Johanna Maria de Crane en Edzard Jacob
Gelderman heb ik helaas niet leren kennen. In dit artikel ga ik op zoek naar wie zij
waren, wat hun achtergrond was, wat deden ze en wat hen - en ons - een hart voor
(Westen-) Schouwen gaf.
Johanna Maria de Crane (1887-1961)
In haar ouderlijk huis aan de Vissersdijk D 510 (4) te Zierikzee, werd Johanna
Maria (Annie) de Crane op 6 mei 1887 geboren als het tweede van drie kinderen
van Pieter Paul de Crane en Marina Johanna de Jongh. De dag erop deed de trotse
vader met zijn oudere broers Marinus en Willem geboorteaangifte bij de ambtenaar
van de burgerlijke stand, burgemeester J.PN. Ermerins. De pasgeborene had reeds
een zusje, Maria Johanna (Marie) de Crane (Zierikzee 1886-Dieren 1929). Deze
huwde in 1909 te Zierikzee met de 23 jaar oudere rnr. Karei Willem Hendrik van
Lidth de Jeude (1863-1948), toenmalig substituut-officier van justitie te Zierikzee, en
overleed kinderloos. Toen Annie vier jaar oud was kreeg zij nog een broer: Wilhelmus
Christianus (Willem) de Crane (1891-1968).
Het geboortehuis lag destijds te midden van de havendrukte, met naar links het zicht
op het schilderachtige complex van de Zuidhavenpoort en de Noordhavenpoort,
aan de overzijde de Scheepstimmerdijk met de gasfabriek en met het zicht op de
schepen van de rederij van haar familie die meekrap en andere waren vervoerden.
Aan de achterzijde van het huis bevond zich op het zuiden een grote tuin en, aan
de overkant van de straat, een parkachtige 'overturn' met grote gazons, bloeiende
perken en volières: een waar paradijs van rust, waar croquet werd gespeeld,
gewandeld, met de honden gedold, waar vogels werden gehouden, thee werd
gedronken en waar de kinderen konden spelen.
Pieter Paul de Crane (1851-1923) was de tiende uit een gezin van dertien kinderen. Van
1877 tot 1883 is hij op Java werkzaam geweest. Terug in Zierikzee werd hij directeur
en in 1908 enig aandeelhouder van de Zoutziederij 'Zierikzeesche Leyekeet'. Na de
dood van zijn ongehuwd gebleven broer Marinus werd hij in 1916 Commissaris der
Zeeuwsche Brandwaarborg Maatschappij van 1824. Op 25 oktober 1885 werd hij
benoemd tot Consulair agent van Frankrijk. Zijn schoonzoon Edzard Gelderman zou
hem in maart 1914 met koninklijke machtiging in deze hoedanigheid voor Zierikzee
79