na 40 jaar huurder te zijn geweest, de tuin opzegde." Is tuinieren gezond of niet? Op 1 september 1987 bestaat de stichting 75 jaar. Gedacht wordt aan een informele bijeenkomst met de pachters en (hun) dames, B. W. en de pers in de Graanbeurs van het Huis van Nassau, maar in verband met het overlijden van bestuurslid C.J. van Burg wordt de lustrumviering 5 jaar opgeschoven. Mr. W.H. Klaassen, ambtsopvolger van D. Karsten, treedt toe tot het bestuur, zodat "de notariële lijn weer wordt opgevat." Bij de prijsuitreiking op 4 november 1988 beklaagt een huurder zich dat "de prijzen weer op de vrientjes zijn gevallen." Maar het bestuur zijn alle huurders even lief, al kan het niet het feit ontkennen dat de ene huurder nu eenmaal een betere tuinier is dan de andere. Ook tijdens de uitreiking van de prijzen op 10 november 1989 wordt uiting gegeven aan spanningen over de uitkomsten van de keuring. Moest de viering van het 75-jarig bestaan ongemerkt voorbijgaan, op 1 september 1991 wordt het 80-jarig bestaan gevierd, in het Huis van Nassau. Een comité van de huurders heeft op verzoek van het bestuur een programma samengesteld met troubadour Engel Reinhoudt (liedjes in Zeeuws dialect), bingo, en een (gehakt)bal na. Het wordt een geanimeerde avond. In 1993 is de heer Vos 25 jaar bestuurslid. Naar aanleiding van een vraag van bestuurslid Klaassen over de aanwezigheid van asbest op het complex besluit het bestuur in november 1993 tot een inventarisatie van alle opstallen, houtopstanden en asbestplaten. In 8 bouwsels wordt asbest aangetroffen. In enkele huisjes worden dieren gehouden. Op enkele tuinen zijn de houtopstanden te hoog. Via zachte dwang zal getracht worden de situatie in overeenstemming met het reglement te brengen. Makelaar Van Dijke/Korstenbroek benadert de stichting over aankoop van de gronden ten behoeve van woningbouw. Het bestuur wijst zijn avances af op 4 november 1994. Toch verhuizen? Uit een bericht in de ZieriRzeesche Nieuwsbode van 11 januari 1996 blijkt dat de gemeente overweegt het gemeentehuis van Schouwen-Duiveland te bouwen op de plaats van de volkstuinen. Dat is een verrassing! Het bestuur weet van niets! Bestuurslid Vos laat de volgende dag, "gisteren en vanochtend dol gebeld door huurders", in de krant weten: "Er zal nog heel wat water door de Oosterschelde vloeien voordat hier een gemeentehuis kan worden gebouwd. Indien de grond door verkoop of onteigening moet vervallen aan de gemeente zal een luxe compensatieregeling worden geëist." Blijkbaar is er onvoldoende water door de Oosterschelde gevloeid, want het gemeentehuis staat elders. Maar in de vergadering van 6 november 1998 blijkt wederom interesse bij de gemeente voor de grond, deze keer voor woningbouw. Een jaar daarna blijkt dat projectontwikkelaars inmiddels alle omliggende gronden hebben aangekocht, zodat alleen nog de grond van de stichting resteert. Het bestuur wil de gemeente wel tegemoet komen, mits vervangende grond beschikbaar wordt gesteld. De gemeente biedt grond aan de Lange Blokweg aan, als ruilobject met gesloten beurzen. Daarmee neemt het bestuur geen genoegen, want het waardeverschil tussen tuingrond en bouwgrond is daarvoor veel te groot. Het bestuur is wel bereid om mee te werken, maar dan op basis van reële waarden, zo wordt besloten op 13 januari 2000. De bestuursleden Vos en Van Gastel gaan namens de stichting onderhandelen en komen in november tot een akkoord over aan- en verkoop van gronden, op basis 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 105