dat je eerst met de tram naar Rotterdam moest, dan de stoomtram van Rotterdam naar Numansdorp moest nemen, om dan met de 'Zierikzeesche boot' naar Schouwen-Duiveland te gaan. Die reis duurde zowat een dag. Onderweg op de boot las Joop in een Duits leerboek over theologie (veel van die leerboeken waren in het Duits) en maakte allerlei aantekeningen en ook schetsjes voor het gastenboek van collega Henk Aalbers in Sirjansland, waar ze zouden overnachten. Beiden bogen zich over een grote gedetailleerde kaart om te kijken hoe ze voeren en of het al opschoot. Adri tuurde met haar verrekijker de horizon af, nieuwsgierig om dingen te ontdekken. Er kwam een militaire boot langs die door Adri met haar verrekijker 'bespied' werd. Ondanks dat de reis zo lang duurde, genoten ze beiden. Maar toen ze in Zierikzee aankwamen, werden ze opgepakt op verdenking van spionage! Een prachtig artikel over dit voorval schreef Joop in de N.R.C. van 5 decemberl939. Een predikant opgebracht "Hoe kan het onschuldiger: twee jonge menschen die op weg zijn naar een dorp, waarvan de naam verzwegen moet worden, maar in welks wapen drie schaapjes staan, alle drie krek eender, ieder op een klein stukje land, een 'schor' zullen we maar zeggen. Er komt een militair bootje voorbij stoomen. Een klein ding maar. Het is volgepakt met soldaten, die hun kragen hebben opgezet voor de kou. Soldaten, die momenteel niets anders om handen hebben dan naar alles te kijken en aan niks te denken. De domineesche neemt den kijker in haar handen. Ze heeft een stil vermaak achter de groote ronde glazen, als al die koppen zoo dichtbij komen en toch zoo lekker ver weg blijven. Het is aardedonker geworden als de boot de haven binnenglijdt van een heel oud stedeke. Hier zullen ze aan wal gaan, de beroepen dominee met zijn a.s. vrouw. Dit wordt hun eiland! Binnenkort zullen ze..enfin, nu nog zullen ze op de fiets verder trekken naar de goede vrienden in de naburige pastorie. Ze gaan de loopplank over. Midden tusschen een zwarten drom wachtende menschen door. Ineens....daar stapt een onontkoombare diender op hen af. Waar of ze vandaan komen..en of ze getrouwd zijn.en hoe ze heeten. Dat is geen landelijke gemoedelijkheid. Dat blijkt bittere ernst te zijn. Ze worden ondervraagd, ten overstaan van een paar militairen Ze moeten den koffer openmaken. Waar zitten die geheime teekeningen? Er komt één heel blocnote-velletje voor den dag. Er staat een paardekop op, een paar vechtende sikken, en nóg een stuk of wat rare krabbels. Het papier wordt nauwkeurig bekeken. Het gaat van hand tot hand. "Tja,...dat is erg onschuldig zegt de politieman. Hij staat zoo'n beetje zichzelf te overwinnen, dat wil zeggen zijn ambtelijke gestrengheid. Dat valt om den duvel niet mee voor een man. Daarom zoekt hij nog even naar zoete wraak. Hij vraag tenminste naar nadere legitimatie.... Een erg officieel stuk papier....! De beroepen dominee overhandigt het triomfantelijk aan den man met de glimmende knoopen. Niet zonder leedvermaak. De politieman leest hardop. Hij ontdooit zienderogen. Hij wordt een gewoon mensch. En daarom kunnen zij met elkaar schik hebben om deze kostelijke historie. "Ach, dat u dat net treffen moet". Er worden verontschuldigingen gepreveld. Maar die zijn niks noodig. De twee spionnen nemen het vroolijk op. Joop en Adri hebben de volgende dag in Dreischor rondgekeken en vonden het een mooi dorp om daar te gaan wonen en om er hun idealen uit te dragen. Maar het duurde nog wel even voordat Joop werkelijk besliste om het beroep naar Dreischor aan te nemen. Er waren meer beroepen op hem uitgebracht, naar Jorwerd en eventueel ook naar Zaltbommel, waar ze uiteindelijk in 1943 toch terecht kwamen. 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 112