Oorlogsdagboek Er is een dagboek bewaard gebleven van Joop Siezen, vanaf de eerste dag van de oorlog, op 10 mei 1940, tot twee weken daarna. Joop beschrijft daar heel precies allerlei dingen die hij toen heeft meegemaakt. Joop en Adri hoorden vanuit de pastorie het bombardement op Rotterdam, ze zagen de eerste Duitsers op het eiland komen. Ze vermaakten zich over het feit dat een Duitse motorrijder die op de Ring reed, gedesoriënteerd raakte en geen uitweg meer kon vinden naar Brouwershaven. Hieronder volgen enkele stukjes uit dit dagboek, dat in november 2010 werd overgedragen aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) te Amsterdam. 10 Mei Heel vroeg in den morgen wakker geworden door het schudden van de ramen. Snel m'n kamerjas aan. Ik hoor het zware geronk van vliegtuigen. Het lijkt een heele luchtmacht. In de tuin gekeken. Niets te zien dan stralende lucht en prachtige opgaande roode zon. Op zolder door een dakraampje gekeken. Weer niets te zien. Aan de voordeur zie ik Jan Niemeijerin pyjama met demi erover. Verder Koosje Klaasse die bezig is d'r haar op te steken. Zij vertelt dat er wel 50 vliegtuigen langs zijn gekomen. Loes Niemeijerstaat in een blauwe kimono in de deur. Wij gaan weer naar bed en slapen weer in Later op de dag beleefden Joop en Adri het volgende: "Op weg naar huis zien we dat menschen aan de Boogerdweg naar iets kijken. Er is blijkbaar iets gaande. Thuis gekomen zie ik wat er aan de hand is. Irda is ongerust; wij hooren hevig mitrailleurvuur. Vele menschen zijn van streek. Willy Telle komt het huis uit hollen. Ik zie duidelijk een gevecht in de strakblauwe lucht, achter en om een witte wolk heen. Drie vliegtuigen schieten fel over en langs elkaar heen. De snelheid van bewegingen is niet zoo groot. Telkens vliegen ze in lange bogen. Voortdurend is er zwaar mitrailleurvuur. Wij kijken met bonzend hart toe. Tenslotte wordt er één getroffen en valt als dor blad neer. Direct worden twee menschen in het blauw door de lucht geslingerd. Van één zie ik de parachute ontplooien. De andere verdwijnt achter een schoorsteen. Vlak voor de val komt Jan Niemeijersnel in huis; net achter hem slaat er een scherf in de pui, tusschen de kastanjeboomen door. Adri roept ontdaan: kom binnen! Ik snel naar binnen, beangstigd door de val van het vliegtuig - hoewel ik wel weet dat het gevecht nu is afgeloopen. Dit maakt diepe indruk, dit is ernst, dit was een aangrijpend schouwspel. Ineens zijn één of meer jonge kerels doodgevallen. Tevoren gonzden ze nog dapper door de lucht Ik ga juffr. Beekman opzoeken. Ze zit overstuur in de huiskamer bij Jaap Blaas. Volgens Jaap was het neergeschoten vliegtuig een ouwe Fokker, een tweedekker. De andere vliegtuigen die in Oostelijke richting verdwenen, waren Heinkel-vliegtuigen. Het laatste pak kaarsen gehaald bij Jo Verjaal. Met afschermen begonnen: geribbeld pakpapier van de Bijenkorf (nog van de verhuizingvoor slaapkamerraam. Blinden ontdekt voor studeerkamer en zitkamer. Als ik geribd papier wil vastspijkeren boven het keukenraam sla ik lustig door een buis van de waterleiding. Een straal water spuit over mij heen de keuken in, op de afgewasschen vaat. Adri sluit overhaast de hoofdkraan af. Terwijl ik een schot afzaag voor het keukenraam, is er wéér vliegtuiggeronk. Ik houd op, kijk even buiten in de tuin. 'k Zie opeens tot mijn schrik een heel eskader van vijf groote toestellen aankomen. Word in huis getrokken door Adri. Ze komen recht op ons af. Door een kier van het raam kijken wij in de lucht. Ze trekken over in de richting van Zierikzee. 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 116