1943, daar zou blijven helpen in de huishouding (of, zoals ze zelf zei: de guisgouding) Ondanks de oorlog kwamen familieleden regelmatig logeren. Soms mocht men alleen reizen als er een 'verhuisbiljet' kon worden overhandigd. Joop en Adri genoten van de stilte van het platteland. Ze maakten uitstapjes op de fiets naar de Grevelingendijk, het Dijk- water. Ze keken hun (stads-)ogen uit bij het ploegen op de akkers, bij het hooi rijden en bij het maken van 'vlastollen'. Ook waren ze vaak in de grote pastorietuin te vinden, waar ze groenten en fruit kweekten. "Er is een heele troep schooljongetjes in de tuin wezen raggen," schreef Joop. "Ik had ze uitgenoodigd om kastanjes te komen schudden en rapen. Onze boom zat stikvol. Ze vochten op leven en dood om elke bolster. Ik zei: jongens, nou kom je morgenmiddag maar es terug en dan gaan we de rest er afhalen. Zij de tuinpoort weer uit met belachelijk uitpuilende broekzakken. 116 De pastorietuin van Dreischor met Joop Siezen (l.) met zijn schoonouders en twee poesjes, aug. 1940 (foto Adri Siezen-de Boom, familiearchief). Vlasvervoer. Joop en Adrie Siezen aan de Grevelingen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 118