Nevenactiviteiten Joop ging op een gymnastiekclub, op de dinsdagavond. Ook dokter Jan Niemeijer, de kleine meester Abel van Oeveren en de lange smid van Dreischor turnden mee. De volgende ochtend waren ze zo 'stief as 'n deure'. Joop speelde ook voor Sinterklaas! Hij zou op een wit paard van iemand uit Noordgouwe Dreischor binnen komen rijden. Een zwarte Piet kwam uit Sirjansland. Maar op het laatst weigerde de man uit Noordgouwe om zijn paard af te staan voor 'Roomse doeleinden'. Joop kreeg een ander, bruin paard van Koos de Vrieze. Joop schreef daarover: "Er was nogal wat op de been. Overal waren kleine kinderen vandaan gesleurd. Van verbijstering vergaten ze meestal terug te zwaaien. De bakker kwam witbestoven van achter de oven vandaan loopen. Hij nam zijn pet eerbiedig af toen ik voorbij steigerde. Op school ben ik toegezongen door alle klassen en bij het begin al officieel toegesproken door het Hoofd der O.L.S die zich er over verheugde dat ik in deze moeilijke tijden toch nog had kunnen komen. Toen ik mijn bisschoppelijke vermaningen had uitgedeeld en geschenken had uitgereikt, werd ik buiten opgewacht door twee rijen kinderen van de hoogste klassen. Die vormden een eerehaag. Ook vele ouders waren samengestroomd. Bij het beklimmen van mijn beschimmeld paard had ik het ongeluk dat ik kwam te vallen. Ik zat al bijna toen ik waarschijnlijk door een slip van mijn witte jurk naar beneden flikkerde (dat is hier een gangbaar woord voor een dergelijke beweging), tot groot enthousiasme van de jeugd. Ik kwam op allebei mijn oude gegespte schoenen terecht, gelukkig. Maar de reuke der heiligheid was eenigszins van mij af. Toen ik eenmaal vastgesjord zat, reed ik met een door de wind opgewaaide baard en scheefgewaaide snor nogmaals een rondje door het dorp. Ik steeg af in de garage van de dokter. Vanuit de garage voer ik om zoo te zeggen weer naar Spanje, na eerst voor Annètje dochtertjeen andere genoodigden opgetreden te zijn bij Jan en Lous Niemeijer Annètje was ontzettend aardig en vrijmoedig. 'Kan U,' vroeg ze hijgend, 'kan U niet nog even blijven tot oom Joop er ook is; want die is naar de stad.' Ik heb toen nog een tijdje op mezelf zitten wachten, maar dat duurde nogal." Clubs Al vanaf begin maart 1940 hebben Joop en Adri Siezen zich sterk gemaakt voor het oprichten van jongens- en meisjesclubs. De jongensclub kreeg de naam 'Stavast'. En deze clubs floreerden, het ledental nam steeds toe. De jongens zaagden tafels en stoelen voor het clubgebouw, gingen dammen en schaken; de meisjes kregen onderricht van Adri in zingen en handwerken. Soms gingen Joop en Adri met de jongens en meisjes op stap. Een paar namen van clubjongens: Sander Ilage, Kees van Bloois, Jan Kees van der Weijde, Johan de Bakker, Leen van der Werf, Jaap Blaas, Jan Dorst, Adri Knuist, Leen Dooge. Toen Joop op 7 april 1940 in Kerkwerve moest preken, vond er een gemoedelijk incident plaats. "Ik werd met veel (/?'efc-)belgerinkel afgehaald door twaalf jongens. Alleraardigst idee en een blijk van goeie vriendschap. We zijn met z'n allen, in druk gesprek, naar Kerkwerve gereden. Het was prachtig weer. Toen we nog een eind buiten het dorp waren, hoorden we met de wind klokgelui meekomen vanuit het Kerkwerfsche torentje. Het was op onze horloges 10 over half 2. We dachten: wat gek. Die klok daar is zeker achter: het luidt nu zeker half 2. Toen we het dorp binnenreden was er 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 121