De reglementen die daartoe waren opgesteld werden vastgelegd in een gildebrief. Deze brief werd voor het metselaargilde opnieuw vastgesteld op 10 oktober 1547 en was, met aanpassingen, in de achttiende eeuw nog steeds geldig. De dagelijkse leiding van het metselaarsgilde was in handen van de deken en twee ommegangers. Deze bestuurders werden elke twee jaar gekozen door de gilde- broeders uit hun midden. De bestuurders waren belast met het toezicht op de naleving van alle gildebepalingen en het bijhouden van de boekhouding. Ook had de deken de verantwoordelijkheid voor de goederen die eigendom waren van het gilde. Het gilde bezat in de tweede helft van de achttiende eeuw geen onroerend goed, zoals bijvoorbeeld het kleermakersgilde, maar wel enkele kostbare voorwerpen. Het belangrijkste was ongetwijfeld een zilveren kop met daaraan tien zilverschilden, het geheel voorzien van een deksel "daar Mars op staat". Deze werd bewaard in een apart kistje, waarin ook nog een "patroon van zijde med 4 schilden daar gereedschap op staat". Mogelijk ging het hier om een geborduurd doek dat bij representatieve gelegenheden als symbool van het gilde getoond werd. Verder waren er twee zilveren bekers, tinnen bierkannen en een lantaarn. Tot de inventaris behoorden voorts tekeningen en bestekken voor het afleggen van (meester) proeven, alsmede maatstokken en dergelijke om die proeven te controleren. De gildeboeken en enkele tientallen brieven en andere documenten werden in een kist bewaard. Ten slotte was er een zak met 37 koperen penningen. Deze penningen werden gebruikt ten behoeve van de aanwezigheidscontrole tijdens bijeenkomsten die gildebroeders verplicht moesten bijwonen, zoals begrafenissen van gildebroeders en de jaarlijkse gildedag. Voor de uitnodiging van betrokkenen werd de deken ondersteund door een door het stadsbestuur aangestelde gildeknaap, een soort bode. Hij moest de aanzeggingen doen aan de gildebroeders. Daarbij reikte de gildeknaap aan elke broeder een genummerde penning uit. Deze moest na Penning van het metselaarsgilde, brons gegraveerd (foto en collectie Stadhuismuseum Zierikzee). Dit model verving waarschijnlijk in de achttiende eeuw het type penning uit 1679. Op de voorzijde het wapen van Zierikzee. Op de keerzijde een troffel en het volgnummer 17. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 24