De eerste tien jaar van de in de grafiek beschouwde periode laat een geleidelijke
stijging van het extra werk zien. Vervolgens had de bouwmarkt in Zierikzee rond
1777-1778 een opleving. Opvallend is dat in Holland in dezelfde tijd eveneens een
stijgende trend met een dergelijke piek in de bouwactiviteit valt waar te nemen. Een
duidelijke verklaring hiervoor is niet gevonden. Ook de neergaande lijn in de jaren
90 komt overeen met die van het bouwbedrijf in het gewest Holland.15 De laatste lijn
correspondeert met de algemene neergang van de economie in de Republiek, die
ook te Zierikzee goed voelbaar was. In de paragraaf over de welstand van de
metselaarsbazen komen we daarop terug.
De lonen
Wat leverde het metselen eigenlijk op? De tabel geeft een indruk van de metselaars-
lonen die in de periode 1750-1850 te Zierikzee werden betaald, vergeleken met die
in enkele andere plaatsen. Van de lonen van de metselaarsbazen is relatief weinig
bekend, omdat zij hun eigen kosten meestal niet expliciet vermeldden in hun
rekeningen aan de klanten. De daglonen die door instellingen werden betaald aan
meester-metselaars in Amsterdam liepen in de tweede helft van de achttiende eeuw
uiteen van 1,5 tot 1,2 gulden. Voor wat betreft de lonen van metselaars en opperlieden
in de tabel gaat het (met uitzondering van Zierikzee 1839-1840) om loonkosten, niet
wat betrokkenen in handen kregen. In de door bazen aan klanten in rekening
gebrachte lonen was namelijk een toeslag begrepen, die zij in eigen zak staken.
Het zogenoemde bazen- of directiegeld bedroeg ongeveer 10 tot 20 cent per dag.
In Zierikzee was een bazengeld van 20 cent per dag waarschijnlijk gebruikelijk.16
De aldus afgeslankte inkomsten van knechts en opperlieden werden te Zierikzee in
de 18e eeuw weer iets opgefleurd, omdat boven hun loon vaak nog een drinkgeld
werd uitbetaald van 2 stuivers (10 cent) per man per dag.
Jaar
Zierikzee
MM M/K Opp
Veere
MM M/K Opp
Leiden
MM M/K Opp
Alkmaar
MM M/K Opp
1753
1,20
0,80
1,30
1,30
1778
1,20
0,80
1,30
1,30
0,90
1793
1,80
1,20
0,90
1795
1,20
0,80
1796
1,30
1,30
0,90
1798
1,20
0,90
1815
1,20
1821
1,20
0,80
1835
1,50
1838
1,30
1,30
1839
1,00
0,80
1840
1,10
0,75
1,20
1844
1,50
1,30
0,90
1,30
1849
1,45
1,00
1852
1,40
1,30
0,90
29
Tabel metselaarsionen, omgerekend in guldens per dag.
MM is meester-metselaar of metselaarsbaas, M/K is metselaar of vrije knecht, Opp is opperman