die begin 1929 op 96-jarige leeftijd overleed. Besloten werd het batig saldo van het
weduwefonds voortaan uit te keren aan de beide laatste trekkende leden, C.J. en
A.C. Berwald. In 1930 was dat voor ieder van hen fl. 320,74.
C.J. Berwald overleed op 2 januari 1934 en zijn neef A.C. Berwald op 2 november van
dat jaar. Op 12 november 1936 overleed Jakoba de Jonge, weduwe van C.J. Berwald.
Thans bleef nog als enige rechthebbende Jacoba Wilhelmina Berwald-de Winter,
de weduwe van Anthonij Cornelis Berwald, over. Omdat er geen trekkende leden
meer waren, werd het 'Weduwenfonds' niet meer afzonderlijk geadministreerd.
De weduwe Berwald-de Winter ontving een vorstelijke toelage die in 1938 fl.
2407,49 bedroeg. Zij overleed op 17 maart 1941, bijna 81 jaar oud. Daarmee was de
doelstelling van de Slavenkas om oude zeelui en hun weduwen te ondersteunen
beëindigd.
Een nieuwe bestemming?
Al lang voor het overlijden van de laatste rechthebbende was er gespeculeerd over
de bestemming van het fonds. Ook de deelnemers aan de Slavenkas hadden daar
hun ideeën over. In 1875 vroeg A. Caauwe mede namens enkele anderen tijdens
een vergadering met commissarissen of het niet mogelijk of wenselijk was het fonds
te verdelen onder het teruggelopen aantal deelhebbers. Het zou ieder van hen een
aardig kapitaal hebben verschaft. De president-commissaris jhr. J.L. de Jonge greep
heel wat argumenten aan om op het ongewenste van een dergelijk besluit te wijzen.
Hij sprak onder meer de vrees uit dat het fonds overgebracht zou worden naar 's
Rijksschatkist omdat het tot de zogenaamde onbeheerde fondsen behoorde. De
Jonge wees op het gevaar van een zee van juridische procedures die een groot deel
van de gelden zouden opeisen. Wellicht kon ook de gemeente Zierikzee rechten
laten gelden. De overgrote meerderheid schaarde zich achter de voorzitter om dit
idee geheel ter zijde te stellen.
50
AC. Berwald (1860-1934), com
missaris van de Slavenkas te
Zierikzee (Collectie Gemeente
archief Schouwen-Duiveland,
Zierikzee, SP 0975).
C.J. Berwald (1846-1934), commissaris van de Slavenkas te Zierikzee,
en zijn echtgenote Jakoba de Jonge (1842-1936). De foto werd
gemaakt ter gelegenheid van hun 65-jarig huwelijk in 1931
(Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee, SP 0976).