onderwijzer. Als de schoolopziener in het vijfde schooldistrict van Zeeland een jaar
later inlichtingen over hem moet geven verklaart hij dat P.A. Hubregtse indertijd een
zeer goed examen als hulponderwijzer heeft afgelegd. Wat de praktijk van het onder
wijs betreft, daarover kan hij minder oordelen, omdat hij Hubregtse nooit aan het
werk heeft gezien. Hij vertrouwt echter dat ook dit goed zal zijn, omdat Hubregtse van
zijn jeugd af op de school van zijn vader in de praktijk is opgeleid. Op de school ter
opleiding van kwekeling in Oostburg 'was hij een knap en ijverig leerling' (St. Anna ter
Muiden, 1 juni 1870). Op grond van deze inlichtingen, maar ook door de goede re
sultaten van de vergelijkende examens heeft de jonge meester geen moeite om
werk te vinden. In de periode van 1 oktober 1869 tot 1 novemberl878 werkt hij
achtereenvolgens als hulponderwijzer op scholen in Ophemert, Ouddorp, Goes,
Kruiningen, nogmaals in Goes, Middelburg en Scherpenisse. In deze jaren behaalt
hij ook nog de akte in de Franse taal (1872) en de akte van bekwaamheid als hoofd
onderwijzer (1876).
Het ouderlijk gezin, zijn opleiding, maar ook de invloed van collega's, verenigd in de
onderwijzersgezelschappen, hebben een brede belangstelling bij meester Hubregtse
ontwikkeld. Zo bezoekt hij op 23 juli 1875, hij is dan hulponderwijzer in Goes, de
algemene vergadering van de Zuidbevelandse Onderwijzersvereniging. Op deze bij
eenkomst houdt de hoofdonderwijzer van Kloetinge een 'schoone voorlezing' over
de beoefening der letterkunde. De spreker probeert zijn toehoorders te overreden
zich niet slechts te bepalen tot de
lectuur van dagbladen en tijdschrift
en 'zooals thans door de meesten
geschiedt ',maar 'zich eenige goede
schrijvers en dichters tot gezette
studie te kiezen, b.v. Hooft, Bilder-
dijk, Vondel, mevr. Bosboom-Tous-
saint enz.'. Een advies dat de jonge
meester Hubregtse heeft opgevolgd,
gezien zijn latere bijdragen aan
de bijeenkomsten van het onder
wijzers-gezelschap Westelijk-Sehou-
wen. Ook blijkt op deze vergadering
dat Hubregtse geen moeite heeft om
voor een groot gezelschap te spre
ken. Hij is de enige die zich opgeeft
voor de wedstrijd 'in 't spreken voor
de vuist' voor hulponderwijzers. Hij
spreekt ruim tien minuten over
'karakter en leefwijze der Nederlan
ders, in verband met ligging, bodem
en luchtgesteldheid.' Hij krijgt de
eerste prijs, met de opmerking dat
zijn voordracht niet onverdienstelijk
was en hij de eerste ijsbreker op dit
gebied in dit district was. (Zierikzee-
sche Courant 28 juli 1875).
61
Twee hoofden van scholen: de broers Pieter Adriaan (staand) en Hubregt Marinus, hoofd in Haarlem.