In 1900 is het zover. Op 7 juli wordt in de Tweede Kamer de Wet op de Leerplicht met 50 stemmen vóór en 49 tegen aangenomen. Voortaan moeten alle kinderen tenminste zes jaar naar school. Bij het bereiken van de twaalfjarige leeftijd mag de leerling de school verlaten, ongeacht of alle leerjaren doorlopen zijn. De mogelijk heid om verlof te krijgen 'wegens werkzaamheden in of voor bedrijven van land bouw, tuinbouw, veehouderij of visserij' blijft bestaan. Dit verlof mag zes weken duren. Het schoolhoofd krijgt de taak om presentie- en absentielijsten bij te houden. Deze gegevens moeten doorgestuurd worden naar de arrondissementsschoolop ziener. Bij ongeoorloofd verzuim komt de plaatselijke Commissie tot wering van schoolverzuim in actie. Ook de gemeente Burgh heeft zo'n commissie ingesteld, die bestaat uit vijf leden, waaronder het hoofd der school en een onderwijzer, meester Griep. Voorzitter is het raadslid W. Heule. De jaarverslagen van de commissie geven een goed beeld van de werking van de wet. Al in 1902 wordt er geconstateerd dat het ongeoorloofde verzuim van leerplichtige kinderen van de Burghse school bedui dend verminderd is. Dit is zeker mede het gevolg van het strenge optreden van de Zierikzeese kantonrechter die in dit jaar twee vaders, wegens herhaald willekeurig verzuim van een leerplichtig kind, veroordeelt tot een boete van 3 gulden. Met een dagloon van rond 50 cent is dit een heel bedrag voor een arbeidersgezin. Op Zuid- Beveland is de afname van het ongeoorloofde verzuim veel minder merkbaar. De kantonrechter in Goes straft milder en komt vaak tot vrijspraak. Als er onwettig schoolverzuim door het hoofd der school wordt geconstateerd 68 Schoolfoto uit 1905 met juffrouw Schilt en meester Hubregtse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 70