Elke bezwaarmaker was bevreesd voor negatieve effecten op de eigen leefomgeving. Men wist dat er een loc kwam te staan, die zeker overlast zou geven en vreesde voor rook, stank, lawaai, brand en volle en vervuilde straten. Rook is slecht voor de gezondheid van mens en dier en zou schade aan levensmiddelen toebrengen. De stoommachine zou zoveel rook en vuil uitstoten dat het regenwater, al voordat het in de regenbak werd opgevangen, vervuild zou zijn. Ramen en deuren zouden altijd gesloten moeten worden gehouden, zodat er niet gelucht kon worden, want bij zuidwestenwind zou de rook in alle woningen en tuinen neerslaan. Het verfwerk aan de panden zou gaan afbladderen en het zink van de goten worden aangetast. De straten zouden vervuild en overbelast raken door de aanvoer van de grondstoffen. Om stankoverlast enigszins te voorkomen zou de schoorsteen van het bedrijf wel 20 a 30 meter hoog opgetrokken moeten worden. De trillingen, die de stoommachine zou gaan voortbrengen, zouden funest zijn voor de omringende huizen en de mensen uit de slaap houden. H.C. Mulock Houwer gaf zijn mening als volgt: "ik woon dan wel niet in een aangrenzend pand, maar herinner me de perikelen rond de steenfabriek aan de Oosthavendijk4 nog heel goed. Van tevoren was gezegd dat deze beslist geen overlast zou veroorzaken, maar in de praktijk pakte dit heel anders uit." Hij was nogal "aamborstig" en op den duur had hij daar zelfs binnen nog last van gehad! De regenbakken bedierven en de bomen gingen dood. Wist Van Pagé eigenlijk wel waar hij aan begon? Hij had immers geen enkele ervaring op dit gebied. Zou het hem niet als volgt vergaan: je ziet iets moois op een tentoonstelling en koopt het. Maar thuis aan de muur valt het heel erg tegen! 81 Het woon-en bedrijfspand van de familie Mulock Houwer aan de Oude Haven omstreeks 1910. (Collectie Gemeente-archief Schouwen-Duiveland, Zierikzee, THA ZS1245).

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 83