later ontving de gemeente nogmaals een brief van genoemde vereniging met tips om hinder te voorkomen. Maar op 17 mei kwam er een brief van een andere instantie binnen: het Rijkstoezicht op Fabrieken en Werkplaatsen te Breda. Deze had een totaal afwijkende mening. Volgens hen was er nauwelijks gevaar. De stoffen sintels, bruinkool, derrie, pek of mastiek zijn niet aan zelfontbranding onderhevig en leveren geen noemenswaardig gevaar op voor de samenleving. Echt uitsluitsel konden ze echter niet geven, want Van Pagé werkte niet mee: hij moest steeds gemaand worden om gegevens op te sturen. B. en W. besloot op 11 mei om het verlenen van de vergunning te verdagen. Er moest eerst meer onderzoek plaatsvinden. Veiligheid contra werkgelegenheid Misschien had Van Pagé het erg druk met het opstarten van het bedrijf. Op 22 mei 1918 verkocht hij zijn "handel in Wijnen, Bieren, Minerale- en Bronwateren en Brandstoffen aan de heer J. Luijk, die dezelve vanaf heden voor eigen rekening en onder zijn naam zal voortzetten". Drie dagen later, 25 mei, verstrekte de gemeente.hem de felbegeerde vergunning voor een proeftijd van tien maanden, want "aan alle eisen der hinderwet is voldaan.De buren lieten dit echter niet zomaar gebeuren: ze tekenden begin juni beroep aan tegen deze beslissing. Dit beroep werd echter nietig verklaard. De praktijk zou duidelijk moeten maken of de fabriek hinder of schade zou veroorzaken. De verwachting dat de onderneming voor veel werkgelegenheid zou zorgen woog zwaarder dan het comfort van de buren. Dat viel de omwonenden erg tegen, ze tekenden alsnog bezwaar aan bij de Kroon. Ook Gedeputeerde Staten ging zich er mee bemoeien, net als nogmaals het Rijkstoezicht op Fabrieken Werkplaatsen-, ze gaven enige richtlijnen, maar een brikettenfabriek op die plaats zou geen gevaar opleveren! Bovendien woog het argument zwaar dat de fabriek werkgelegenheid voor 10 tot 20 mensen zou gaan opleveren. De start van de brikettenfabriek Op 4 juli 1918 vond de officiële opening van de Zierikzeesche Brikettenfabriek plaats. Iedereen die er iets mee te maken had: de commissarissen, aandeelhouders, de directeur, het personeel was hierbij aanwezig, evenals de schrijvende pers. Eerst werd de inrichting bekeken, die helemaal elektrisch verlicht werd. Een locomobiel, een brikettenpers, een eierkolenpers, mengmolen, pekmolen, zuig- en perspompen en nog meer specifieke apparatuur stond er opgesteld. Er werd een demonstratie gegeven van de fabricage van briketten. In de fabriek zou er elke dag drie (tramjwagon- ladingen vol briketten vervaardigd kunnen worden. Burgemeester A.J.F. Fokker hield een toespraak in gloedvolle bewoordingen, waarin hij hulde bracht aan het initiatief van de directeur Van Pagé, waardoor "onze gemeente met een tak van nijver- 84 De Pottebakkersstraat, gezien vanaf de Oude Haven. (Collectie L.E. Blikman).

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 86