die onder controle stonden van een hoofdbestuur. Het lidmaatschap stond open voor alle gezindten, mits van het mannelijke geslacht, met dien verstande dat aanvankelijk joden van het lidmaatschap waren uitgesloten. Een belemmering vormde hooguit de contributie, die voor een eenvoudige werkman al gauw een weekloon bedroeg! Het ging 't Nut voor de wind. Als redenen daarvoor noemen de historici Jan en Annie Romein in De lage landen bij de zee drie factoren. Allereerst de gedecentraliseerde organisatievorm, dan de gerichtheid op de zogenaamd "gemeenen burger in ons vaderland" en ten slotte de ondogmatische en a-politieke geest. Decentralisatie waardoor "het Nut in een tijd van slechte verkeersmiddelen en een beperkte periodieke pers in tal van geïsoleerde provincieplaatsen actief centrum van 'volksverlichting' en gepaste winteravondverstrooiing werd, zijn invloed deed gelden op de verbetering van het onderwijs en de burgerij de gewaardeerde diensten aanbood van spaarbanken en leesbibliotheken." Schouwen-Duiveland, toen nog een eiland, dat door twee rivierarmen veilig van de buitenwereld werd afgeschermd, kende toen drie Departementen. Zierikzee kwam eerst in 1797. Daarna volgden Renesse, welk Departement later verhuisde naar Brouwershaven, en Haamstede/Burgh. Deze beide dorpen hadden samen één Departement, wat toch wel bijzonder was in een tijd dat jongelui uit die dorpen hun zinnen plachten te verzetten door met enige regelmaat met elkaar op de vuist te gaan. Het Departement Zierikzee nam in 1819 het initiatief tot oprichting van een spaarbank (onder het motto: 'die jong spaart, lijdt oud geen gebrek'), en richtte vervolgens een bibliotheek, een speeltuin, een kleuterschool en een volkstuincomplex op. Daarnaast fungeerde het Departement als Volksuniversiteit en organiseerde het lezingen en cursussen. Nutstuingrondverhuring Aan het gedenkboek bij 180 jaar Nutsspaarbank ontleen ik dat mr. J.P. Cau, thesaurier van het Departement Zierikzee, in januari 1911 aan de raad van commissarissen van de Stichting Nutsspaarbank voorstelt om grond in of vlakbij Zierikzee aan te kopen om als volkstuinen ter beschikking te stellen aan 'losse arbeiders' of arbeiders in het algemeen. Ik citeer: "De grond moest door de spaarbank aangekocht worden met gelden uit de reservepot. Het beheer kwam in handen van het Departement, terwijl de bank jaarlijks een vaste rente trok. Cau, diezichmisschienhetoverigensonterechteverwijtvanuitdedepartementsvergadering had aangetrokken dat de schatrijke bank nooit zelf het initiatief nam om iets voor de kleine man te doen, kreeg vooralsnog zijn collegae in de raad niet mee. Zonder een besluit te nemen of tot een stemming te komen ging men over tot het volgende agendapunt. Cau kwam hier vanzelfsprekend op terug en een half jaar later meldde hij de commissarissen dat er een stuk grond te koop was aan de Kadeweg van zeven gemeten a raison van 1300 gulden per gemet, dat is 4169 m2 Wanneer men de grond, uitermate geschikt voor tuinbouw, zou verhuren tegen 25 cent per roede, dan zou de spaarbank de koopprijs aan het inmiddels opgerichte Comité tot Tuingrondverhuring kunnen geven tegen een rente van 4 procent. De commissarissen brachten allerlei bezwaren naar voren: de grond was te duur, oneerlijke concurrentie voor de boeren, financiële risico's bij waardevermindering van de grond, maar uiteindelijk stelde men toch 7000 gulden beschikbaar, ongeveer driekwart van de grondprijs. De rest werd aangevuld met particulier kapitaal. 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2011 | | pagina 95