Zo ook vinden de overige bestuursleden; 't zijn tegenwoordig ongekende prijzen;
vinden de aankoop misschien wel wat riskant." Riskant of niet, de aankoop gaat door.
Tijdens de huurbetaling op 30 november 1912 in de foyer van de Concertzaal
verzoekt de heer A. van Dongen namens alle huurders om halverwege het jaar te
mogen betalen "temeer daar velen hunner een slecht jaar hadden door de lage
prijzen van aardappels en ajuin. En 't moeilijk valt de pacht heden te voldoen."
De voorzitter is onvermurwbaar. Hij antwoordt dat zij hier eerder mee aan hadden
moeten komen en dat zij nu moeten betalen. Omdat twee van hen "verklaren
momenteel onmachtig te zijn, daar hun junioogst waardeloos op 't land ligt",
krijgen zij een uiterste termijn voor betaling of gelegenheid een borg daarvoor te
stellen tot 2 december. De twee 'betalingsonmachtigen' krijgen na borgstelling een
jaar betalingsrespijt.
Een verzoek om verwisseling van tuin wordt bij uitzondering toegewezen, maar in
het algemeen is het parool van het bestuur: "een keer pachter van een perceel, blijft
pachter van datzelfde perceel." Tenslotte hoort het bestuur gegadigden voor de zes
van notaris Franse aangekochte percelen, die kort daarop worden toegewezen.
Op 4 december 1913 is het weer betaaldag voor de huur, deze keer in het Huis van
Nassau. "Met eenigen angst in verband met het niet gunstige jaar werden de
pachters binnen genoodigd een vooreen en bleek ten slotte die angst misplaatst,
daar de meesten nogal tevreden waren sommigen zelfs een zeer goed jaar hadden
gemaakt. De betaling der pachten had dan ook grif plaats. Slechts 2 der pachters
kwamen met een borg."
Naar aanleiding van een verzoek van huurders om opslagruime wordt gesproken
over "de mogelijkheid van een bergplaats gezamenlijk voor de pachters, 't geen de
heer Hendrikse op goede gronden ontraadt onder andere als niet noodig, kostbaar
en aanleiding gevend tot gehaspel, waarna wordt besloten zulks na te laten",
lezen we in de notulen van 23 mei 1914. Mr. Bakker bedankt voor zijn
bestuurslidmaatschap en zegt tegelijkertijd zijn lening aan de stichting van 500
gulden op. Mr. Prins verhuist naar Schoonhoven. In hun plaats benoemt het
Departement de notarissen H.J. van Nouhuys en J.S.L. Korteweg. Door de jaren
heen hebben veel notarissen deel van het bestuur uitgemaakt. Zou dat verband
houden met groene vingers of met betrokkenheid bij het Departement?
De huurbetalingen vinden weer plaats in de koffiekamer van de Concertzaal.
Dat blijft zo tot en met 1932. Het bestuur ambieert verwerving van meer grond,
maar in de vergadering van 20 mei 1916 wordt besloten om in verband met de
"dure landprijzen voorloopig geen nieuwe percelen land aan te koopen."
Gegadigden voor landbouwgrond vinden de vraagprijs altijd te hoog. Het bestuur
houdt de doelgroep goed in het vizier. Zo wordt in de bestuursvergadering van 1
december 1916 gesproken over de uitgifte van percelen aan 4 nieuwe huurders,
"menschen, die nooit of te nimmer een perceeltje land bij de boer kunnen krijgen,
't Bestuur meent hierdoor 't doel der stichting zeer te bevorderen."
Niettemin draagt het bestuur uit: 'zaken zijn zaken', want op 27 februari 1918
besluit het om de pachten met maar liefst 20% te verhogen. Omdat de tuinen voor
sommige huurders te groot blijken - een steeds weer terugkerend thema - worden
enkele tuinen gesplitst 'om aan 't doel der stichting beter te beantwoorden',
maar daartegen protesteerden huurders in verband met door hen gemaakte kosten.
"Verder was bij de voorzitter een anoniem schrijven ingekomen, bepleitende
't goede om de perceelen te splitsen, uit overweging de tegenwoordige pachters er
zelfs rijk in waren geworden. Bestuur komt niet terug op beslissing, maar laat
96