Bolnes en de daarop ondernomen teleurstellende acties door het moederbedrijf
IHC Holland. De motie zal ter kennis worden gebracht aan de raad van bestuur van
IHC Holland, de minister van economische zaken, het college van Gedeputeerden in
Zeeland, de vakorganisaties en de commissie van Economische Zaken in de Tweede
Kamer. Ook vanuit andere gemeentebesturen op het eiland komen steunbetuigin
gen aan het adres van het personeel van het in nood verkerende bedrijf.
Merkwaardig, of liever nog hoogst merkwaardig, is het bericht in de Zierikzeesche
Nieuwsbode van 31 oktober 1975 waarvan een deel van de inhoud luidt: Naar wij
uit goede bron vernemen hebben enige inwoners van Zierikzee, die in de eerste
fase van voorbereiding nog onbekend wensen te blijven, ondanks de slechte econo
mische omstandigheden in het land, het initiatief genomen om op korte termijn te
komen tot vestiging van een bedrijf in de nijverheidssector, namelijk een precisie-
gieterij".
Op zich is deze mededeling zeker niet zo bijzonder, maar de mededeling gaat nog
wat verder: "De gieterij zal worden ingericht in de onlangs gerestaureerde be
drijfspanden aan het Karsteil 5 en 7, eigendom van de Zierikzeese ingenieur
W. A. Terwogt, die na 1 januari 1976 de thans zoals bekend in ernstige moeilijk
heden verkerende motorenfabriek alhier actief wil gaan verlaten.
Nu is wel duidelijk waarom scribent van dit artikel spreekt over "hoogst merkwaar
dig". De heer Terwogt deelt zelf desgevraagd mee dat de vestiging van het bedrijf
mogelijk is geworden door overname van de precisiegieterij van Gero in Zeist. De
overname van het bedrijf is mogelijk door een recente reorganisatie binnen het ge
noemde bedrijf. Het is het plan om in het nieuwe bedrijf verschillende soorten pre-
cisieonderdelen te fabriceren bestemd voor algemene machine- en apparatenbouw.
Voorts wordt gedacht aan het maken van siervoorwerpen, medische instrumenten
en laboratoriumapparatuur. Het bedrijf zal aanvankelijk starten met vijf personeels
leden. Verwacht wordt echter dat het bedrijf in de nabije toekomst werk zal bieden
aan vijftien mensen.
Nog meer hoop en vrees
Het lukt alle betrokken partijen nog maar steeds niet om op basis van eenduidige
berichtgeving duidelijkheid te verschaffen over eventuele oplossingen in de voor het
personeel zo onzekere situatie. In de gemeenteraadsvergadering van 26 november
wordt gemeld dat voortzetting van het bedrijf niet onmogelijk is. Hoewel dit geen
positieve formulering is, geeft het de burger, in het bijzonder de werknemer, toch
weer enige moed. Nog steeds wordt in de raad gesteggeld of de kwestie Smit Bolnes
nu door de Commissie industrie behandeld moet worden of niet. Burgemeester
Th.H. de Meester meent dat er zich al andere "diepdelvers" met de zaak bezighou
den en vindt dat de Commissie Industrie niet gemobiliseerd hoeft te worden.
Ook in 1976 bestaat het bedrijf nog steeds. In januari meldt de gemeente tot twee
keer toe dat de kwestie niet louter somber is. De directeur-generaal voor de Indus
trie werkt aan een rapport en het vlammetje van de hoop blijft nog even branden. De
ondernemingsraad van Smit Bolnes is het wachten meer dan zat en wendt zich half
februari in een brief tot de Minister van Economische Zaken. In deze brief spreekt de
raad zijn teleurstelling uit over de zeer trage behandeling van de werkgelegenheids
problemen van het bedrijf. De ondernemingsraad meldt ook dat hij niet de verant
woording kan dragen voor de maatregelen die het personeel neemt ter verdediging
van de werkgelegenheid. Hiermee duidt men op een inmiddels uitgebroken wilde
staking. Tot slot dringt de ondernemingsraad er bij de minister op aan om zo snel
112