wel bij mensen thuis. Bijvoorbeeld bij notabelen die visite ontvingen en geen geschikt personeel om te koken in dienst hadden. Zijn arbeid leverde hem een goed inkomen op, hij betaalde in 1910 belasting in de inkomensklasse tussen de 2000 tot 2200 gulden, net als een predikant, een koffiehuishouder, een koopman in granen en een wijnkoper. In 1921 zat hij negen klas sen hoger: tussen 3600 en 3900 gulden. In de dertiger jaren daalde het inkomen weer, vanwege de crisis tijd. Een advertentie uit 1932 vertelt ons dat bakker Schürmann in die tijd de prijzen verlaagde. Voor een gebakje betaalde men toen zes of acht cent, voor kro ketten en pasteitjes twintig cent. Veel werk te doen Er werd hard gewerkt. Tot 1915 bakte men zelfs op zondag, maar in juli van dat jaar werd de klanten verzocht hun bestellingen voor de zondag in het vervolg op zaterdagavond voor zes uur te doen, zodat er dezelfde avond nog gebakken en bezorgd kon worden. Eindelijk een dag vrij in de week. Hoewel, Jan en Sien hoefden al het werk niet alleen te doen, er was altijd personeel. Zowel in de zaak als in de huishouding. En vanaf 1924 werkte Hein natuurlijk mee. Het personeel wisselde nogal eens. Logisch, want carrière maken zat er niet in. Vaak werd er een loopjongen gevraagd, een leerlingbanketbakker, een winkeljuffrouw of een meisje voor de huishouding en winkel. Soms ook "met mei eene nette dagdienstbode bij mejuffrouw Schürmann" of "wegens vertrek voor direct een kindermeisje". Een enkele keer bood iemand zichzelf aan, zoal een dominee uit Sint-Philipsland met zijn zoon. De jongen kon niet goed leren en moest maar bakker worden, vond de vader. De zoon kreeg het voordeel van de twijfel, maar in de praktijk werkte hij veel te langzaam. Het deeg kneedde hij al zingend op de melodie van "Er ruist langs de wolken" en dan op hele noten. Toen kwam Hein binnen en zei "zo doen we dat niet op Schouwen". En begon onder het zingen van "Alle eendjes zwemmen in het water" heel snel te kneden. De jongen was een week later al vertrokken. Loopjongens waren bijzonder geschikt om een grap mee uit te halen. Jan was bevriend met de Zierikzeese apotheker G. A. Gasille, op de Dam. Zij zetten elkaar graag een hak. Een loopjongen had amandelen gepeld en vroeg wat hij met de pellen moest doen. "Breng ze maar naar Gasille. Die heeft vooraan in de zaak twee tonnetjes staan. Doe ze daar maar in!" De apotheker was er vast erg blij mee! Sint Nicolaas Gedurende enkele jaren -tussen 1909 en 1917- was het de gewoonte dat de de firma Lakenman en Ochtman van de Zierikzeesche Nieuwsbode, de bakkers en banket bakkers die regelmatig in de krant adverteerden, rond eind november uitnodigden voor een "feestdisch" in de Concertzaal. Behalve van het diner, konden ze ook genieten van ZEEUWS® LETTERKOEK NlOl'ETEM! 122 Omslag folder, (collectie Gemeentearchief Schouwen- Duiveland, Zierikzee) SPECIALITEIT CONFISEUR-GUtSINIER. ,f. KOK, ZIEEIKZEE. Handel in Comestibles.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2012 | | pagina 124