26 9 Ewe, 68, 72, 103-105, nrs. 3, 5, 6 en 7. De mars wordt tegenwoordig ook wel kraaiennest genoemd. Met een verouderde term geeft men, vooral in Amsterdam, schuinkruisjes vaak 'Andrieskruisjes' of 'Sint-Andreaskruisjes. 10 Huizinga, 327-328. De miniatuur is afkomstig uit een exemplaar van de kronieken van Froissart in de Nationale Bibliotheek van Frankrijk te Parijs. In Scheepshistorie 12, 119 afb. 3 is de zeeslag bij Sluis foutief gedateerd op 1380. 11 Sicking, 204-205. 12 Sicking, 131-145 en 196-200. 13 Een voorbeeld hiervan is de miniatuur, waarop een (fantasie schip uit de Romeinse tijd, dat de vorm heeft van een schip uit ca. 1480: Sicking, 200. 14 Deuchler, 36 en. Van Ham 1985, 37-56, respectievelijk. 1988, 79-81 en 1989, 20-42 en 66-67. 15 Oswald, 25-29 en 326; Van Anrooij 1997-1, 83-86 en 238, noot 42-64; idem, 1997-2, 16-17 en 202 noot 19, 20 en 22. 16 Pérez en Gonzalez,15-16; 42-51 en Laurent, 14-38, afb. nrs. 7-42. 17 Wegman 2010, 44 (afbeelding) en 49 (beschrijving) noemt dit een kleine binnenvaarder. 18 Het wapenensemble van Zierikzee komt voor het eerst voor op het tegenzegel van de stad, waarvan een exemplaar uit 1429 bekend is: Lantsheer, 373-374. Helaas ontbreekt tot dusverre een door wetenschappelijke gegevens onderbouwde beschrijving van dit stadswapen en zijn geschiedenis. 19 De oudste gedrukte afbeelding van de rode vlag van Zierikzee is die in de kroniek van Smallegange. Zie ook de Tegenwoordige Staat, 434-435. De laatst gedateerde vermelding bij Van der Aa, 225. De jongste, zij het indirecte vermelding bij Lantsheer, 373. Spoedig daarna zou de vlag gaan gelden als symbool van het internationale socialisme of communisme, waarmee het als stadsvlag sterk aan betekenis zal hebben ingeboet. 20 Voor andere Zierikzeese vlaggen dan de effen rode worden geen bewijsplaatsen vermeld bij Sierksma, 136-137 en Van Heijningen, 62-65. 21 Landesarchiv Baden-Württemberg, Hauptstaatsarchiv Stuttgart, Ms. J 1 Bd.289: inl. en uitg. door Clemmensen ,78, nr. 499. 22 Lemnius, 394. Deze kroniek maakt deel uit van een nieuw hoofdstuk in zijn werk over wonderen van de natuur, dat in 1564 voor het eerst aan de oorspronkelijke versie hiervan werd toegevoegd. 23 Wegman, 2010, 44-44 (afbeelding) en 49 typeert het eerstgenoemde vaartuig als een beurt- of veerschip. 24 De vorm van het kruis varieert van klaverkruis tot een knopkruis. De eerste schijnt de oudste vorm te zijn. 25 Smit, 245, 248, 400-403. 26 Fagel, 288-290 en Sicking, 158-160 en 283, noot 97. 27 Voor de relaties tussen Zierikzee en de Habsburgers en die tussen Karei V en de Zierikzeese scheepsbouwerfamilie De Huybert in het bijzonder zie: Reygersbergh(en), 369-370; Smit, 87, 400-403 en passim -, Fagel, 282, 288 - 291 en Sicking, 158-160 en 283, noten 97 en 98. 28 Russell, fig. 34, 30-32 en. Sicking,124 en 190-191. Voor de bouwgeschiedenis zie Van Langendonk 112. 29 Russell, 41 fig. 49, 43; Kemp en Ormond, kleurenplaat 1; Archibald, 8 en zwart-witplaat 1. Origineel in het Nationaal Maritiem museum te Greenwich. 30 Wilson, 12-13. Het schilderij bevindt zich thans in het Hampton Court- paleis in Londen. 31 Wegman, 2009, 3-12, vooral 5-7. 32 Asaert, 63; Kemp en Ormond,17-19 en Sicking,198. Het origineel in Magdalena College, Pepys Library te Cambridge. 33 Lantsheer, deel 1, 375. 34 De Vos, 71 en Van Overvoorde,106. 35 Carasso, 7-11. Plaatselijk wordt opgemerkt, dat het in 1554 voltooide stadhuis en zijn toren hun voorgangers hadden, die voor de schilder van het paneel niet onopgemerkt zullen zijn gebleven. 36 Haakma Wagenaar, 31; Bonenkamp, 42. 37 Carasso, 7-11; gezien de vergissingen in de conclusies wat de afgebeelde vlaggen betreft, zal hierop niet nader worden ingegaan. 38 Wegman, 2010, 47. 39 Haakma Wagenaar, 31.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2012 | | pagina 28