En daarom werd de meester toch maar op zijn ernstige beproeving tot het H. Avond maal toegelaten. Het was een dubbeltje op zijn kant. De kerkenraad had waarschijnlijk weinig trek om de voorlezer en voorzanger in de kerkdienst ten overstaan van de gemeente te weren van het Avondmaal. Lang gaat het niet goed en er valt weer wat voor. Een zonde tegen artikel XIII van het ondertekende reglement. Hij heeft op zondag 3 september iemand anders laten voorzingen zonder daarvan de predikant in kennis te stellen. De koster wordt er op uitgestuurd om hem dat namens de kerkenraad te verbieden. In dezelfde tijd amper drie weken voor zijn trouwen werd hij evenals zijn bruid Johanna Bal (1697-1778) door de kerkenraad op de vingers getikt wegens hun "hatelykheid en hun wangedrag jegens haar voogde en vrinden". Blijkbaar was Johanna's vader in 1719 reeds over- leden.Wellicht waren het de zenuwen zo vlak voor hun huwelijk. Ook is het niet ondenkbaar dat er een geldkwestie speelde. Zij was de dochter van de wagenmaker, Marinus Janse Bal en van Anna Sterck, beiden van gegoede familie. Wat het tractement van de schoolmeester betreft is het aardig dat daar aantekening van gemaakt is in het actaboek. Hij ontving in september 1719 voor drie maanden 4.3.4 PondenVlaams. Ongeveer 25 gulden. In zijn bediening als voorlezer werd hij een aantal malen op het matje geroepen. Hij schijnt zo zijn eigen voorkeuren te hebben gehad en week regelmatig af van de gebruikelijke volgorde van de te lezen hoofdstukken. Het was de gewoonte dat er voordat de dienst begon door de voorlezer uit de bijbel werd gelezen. Dit "om te verhinderen dat de kerk tot een klapschool gemaekt werd". Maximiliaan, een notabele Bij het ouder worden, werd Maximiliaan wat bezadigder. Hij gedroeg zich zo goed dat hij in 1730 zonder bezwaar tot ouderling werd gekozen. Er waren verder geen klachten meer over zijn uitgaansgedrag of ongeregeldheden bij het voorlezen of voorzingen. Hij was nu een notabele die tot vijf maal toe als ouderling in de kerkenraad zat. Twee jaar op en twee jaar af. Door de erfenis van zijn oom Jacobus en van zijn schoonouders was hij in goeden doen geraakt. Hij nam zijn intrek in het grootste en deftigste huis in de Kerkstraat (nu nummer 3). Tot zijn dood toe in 1752 bleef hij in dat huis wonen. Zijn weduwe verkocht het op een gegeven moment aan Jan de Bruijne, een rijke boer uit Nieuwerkerk Dat wil zeggen, ze verkocht het huis behalve één kamer aan de voorkant, die hield ze in eigendom en daar heeft zij nog twintig jaar lang, tot aan haar dood, gewoond. Na de dood van meester Maximiliaan in 1751 namen zijn vrouw en zijn zoon Jacobus tijdelijk de school waar. Maar niet lang daarna werd hun schoonzoon Willem van Fraessen uit Heinkens- zand, die getrouwd was met dochter Hugonia, benoemd als de nieuwe schoolmeester. Hij was zeer ambitieus, deed er van alles bij en nam na 15 jaar zelf ontslag, omdat hij werd aangesteld als dijkgraaf van Bruinisse. 30 Woonhuis van meester Maximiliaan in de Kerkstraat. (Collectie auteur)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2012 | | pagina 32