De vereniging krijgt statuten in 1890. Doelstelling is: behartiging van de gemeen
schappelijke belangen van raadsleden, secretarissen, ontvangers en -eventueel- an
dere functionarissen.
In het begin worden doorgaans twee vergaderingen per jaar gehouden, een voor-
jaars- en een najaarsvergadering. De eerste vergaderingen vinden in Zierikzee plaats
maar al gauw wordt per toerbeurt vergaderd in de gemeenten. Hier wordt wel eens
van afgeweken. In juni 1891 Wordt niet in Schuddebeurs, zoals afgesproken, verga
derd maar in Zierikzee, 'omdat te Schuddebeurs het koffiedrinken te duur en het
diner slecht zou zijn geweest.
Zoals gezegd is het vanaf de oprichting van de vereniging de gewoonte onderwerpen
aan te dragen die het bespreken waard zijn. Zo'n onderwerp kan dan in de 'vraagbus'
gedeponeerd worden. Meestal houdt de aandrager van het onderwerp een inleiding
en volgt daarna discussie. Zo bespreekt Jan Snellen, secretaris van Zierikzee, in 1893:
'Behoort het proces-verbaal van vinding van een aangespoeld lijk te worden inge
schreven in het loopend register van overlijden?' Na veel vragen, die over en weer
gesteld worden, onder andere: 'Als nu later eens blijkt dat het overlijden in een an
dere gemeente heeft plaats gehad -hetgeen kan gebeuren- wat moet dan geschie
den?', concludeert Snellen: 'Het doet mij genoegen dat dit onderwerp aanleiding tot
zooveel discussie geeft. Ik blijf bij mijn idéé dat er eene akte van overlijden moet zijn
om te kunnen begraven. Niemand kan een verklaring afleggen waar iemand, die over
boord geslagen is, overleden is.' Voorzitter Ch. W. Vermeijs, burgemeester van Zierik
zee, probeert in 1894 antwoord te krijgen op de vraag: 'Mag iemand, die als lid van
den Raad benoemd is tot Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, die functie blijven
uitoefenen, wanneer hij benoemd wordt tot Burgemeester en noch als lid van den
Raad, noch als Burgemeester tot Ambtenaar van den Burgerlijke Stand is herbe
noemd?' Over zulke prangende vragen werd een beslissing genomen. Na bespreking
stelt de heer Vermeijs voor de volgende conclusie aan stemming te onderwerpen:
'Iemand als lid van den Raad benoemd tot Ambtenaar van den Burgerlijken Stand,
moet zelf, al verkrijgt hij na dien tijd het ambt van Burgemeester, bij zijne aftreding
en eventuele herverkiezing als Raadslid, eveneens als Ambtenaar van den Burger
lijken Stand opnieuw worden gekozen om die functie te kunnen blijven waarne
men.' Met één stem tegen wordt deze conclusie aangenomen. G. A. Sevenhuijsen,
35
Zijpe, Tramhaven. Vervoer van een wagon. Datering: 1901-1907
(collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee. THA div. 0226)