Gerhardus Knuttel (1880-1961) studeerde bouwkunde aan de TU in Delft. Tot
1940 was hij werkzaam als leraar aan de Academie voor Beeldende Kunsten en de
Middelbare Technische School voor Bouwkunde in 's-Gravenhage. Daarnaast werkte
hij als architect, auteur en graficus. Als architect heeft hij onder meer de huidige
rijksmonumenten Huize de Hondsrug' in Haren en de villa aan de Dr. Nassaulaan 20
in Assen op zijn naam staan. Als auteur werd hij vooral bekend door het boek
Bouwkunst.beknopte ontwikkelingsgeschiedenis van 3000 j. v. Chr. tot heden
waarvan de eerste druk in 1935 verscheen en de achtste (herziene) druk na zijn dood
in 1962.
Jo Limburg (1864-1945) was een vooraanstaande Haagse architect. Hij werd in de
jaren 1888 opgeleid aan de Polytechnische School te Delft. Naast zijn werkzaamheden
als architect in Den Haag vervulde hij vele nevenfuncties in verschillende commissies.
Hij bouwde villa's, kantoor- en bankgebouwen, complexen van arbeiderswoningen
en verder een kazernecomplex alsmede een school. Al in zijn vroege werk is
onmiskenbaar een streven naar monumentaliteit zichtbaar. Tot 1914 staat zijn werk
sterk onder invloed van H.P. Berlage. In zijn werk legde Limburg een voorliefde voor
heldere bouwvolumes aan den dag, waarbij hij kubusvormige en cilindrische
elementen aaneenschakelt. Invloeden van het kubisme en De Stijl zullen Limburg in
die richting hebben geïnspireerd. Limburgs kubisme moet evenwel vooral gezien
worden als een tot een uiterste versobert classicisme, dat in wezen de rode draad
vormt in zijn oeuvre.
Frans C J. Dingemans (1905-1961), zoon van het kunstschildersechtpaar Waalko
Jans Dingemens sr. en Hendriëtte Gezina Numans, ontwikkelde zich tot een bekende
Nederlandse architect en stedebouwkundige. Na de HBS in Gorinchem werd hij van
1921 tot 1927 opgeleid aan de T.U. Delft. Naast zelfstandige architect was hij ook in
dienst van verschillende architectenbureaus. In de jaren 1928-1930 werkte hij bij de
bureaus van Willem Dudok en Johannes Andries Leendert Cornelis van der Vlugt
jr.. In 1931, in dat jaar te Haarlem gehuwd met Antonia Caroline Hoog, vestigde hij
zich als zelfstandig architect in Haarlem en werkte onder meer aan landhuizen
in Heemstede, Aerdenhout en op Schouwen-Duiveland. Op Schouwen hebben
ongetwijfeld de vele contacten van zijn ouders met vrienden en kennissen ertoe
geleid dat hem, de jonge veelbelovende architect, Schouwse ontwerpopdrachten
werden verstrekt. In zijn ontwerpen toont hij zich traditionalistisch: stijlvolle huizen
met een elegant, landelijk karakter. Mooie voorbeelden van zijn werk zijn het huis
Schouwenburgh aan het Duinwegje te Burgh, het Meezennest aan de Kampweg en
Weskenshage en Weskenshout aan de Lageweg nrs. 34 en 32 te Westenschouwen In
1942 werd hij te Maastricht benoemd tot directeur van de Dienst Stadsontwikkeling
Vanaf 1951 was hij de stadsarchitect van Maastricht, waardoor hij zich geheel op het
ontwerpen kon richten. Hij werkte tevens als particulier architect. Frans Dingemans
overleed er in januari 1961 vrij onverwachts, slechts 55 jaar oud. Zijn broer ir. P.H.
Dingemans (1910-1970) werd eveneens architect. Naast zijn werk te Utrecht werkte
hij op Schouwen ondermeer aan de restauratie van de Nederlands Hervormde Kerk
te Renesse, reconstrueerde de toren van de Nederlands Hervormde Kerk te Burgh
en ontwierp de nieuwbouw van het helaas weer verdwenen hotel-restaurant Het
Wapen van Burgh. Beide broers hebben een zoon die het beroep van hun vader
hebben voortgezet: een ware bouwdynastie.
56