1. De Houtsnip Het eerste buitenhuis dat in Westenschouwen verscheen was het jachthuis De Houtsnip, dat gevorderd als Duitse commandopost de tweede wereldoorlog min of meer doorstond, maar helaas in 1975 alsnog onder de slopershamer is gevallen. In 1918 bouwden de Zierikzeese bankdirecteur Edzard Jacob Gelderman (1881-1940) en zijn vrouw Johanna Maria de Crane (1887-1961) dit charmante huis aan het 'Duinwegje', zoals de huidige Kraaijensteinweg daar toen werd genoemd. Het lag rechts van de huidige ingang naar de Domeinen op een perceel 'bosch en weiland' dat Edzard Jacob kocht van Barteld Boot Janszn, landbouwer op Toledo's hoeve. Het huis werd gebouwd op een vrij hoog duin begroeid met duinstruweel. In die tijd waren de duinen van de Westhoek nog grotendeels blank. De bebossing nam pas in 1923 een aanvang. Het jachthuis De Houtsnip, zoals ook het hierna te noemen zomerhuis De Abeelen, was dan ook tot in de verre omtrek te zien. Op aanvraag van 20 maart 1918 werd de bouwvergunning op 22 maart daaraanvolgende verleend door burgemeester en wethouders van de gemeente Haamstede. Op 3 mei werden 'de eerste steenen' gelegd door hun zoon Arnold Christiaan en dochter Anna Marie. Het ontwerp was van de hand van de bouwkundige Johannes Jacobus Wesseling jr. De keuze voor hem laat zich eenvoudig verklaren. In 1916 was hij met ir. Cornelis Lodewijk de Vos tot Nederveen Cappel, ingenieur bij het Waterschap Schouwen, als bouwmeester betrokken bij de vernieuwing van het bankgebouw van de Nationale Bankvereniging en het woonhuis van de bankdirecteur Gelderman aan de Oude haven, thans het Havenpark nrs. 21 en 23. De Houtsnip werd gebouwd door Pieter Romeijn. De landelijke stijl van het huis sloot nauw aan bij de smaak van die tijd: een rechthoekig, wit gesaust bakstenen huis met een eerste verdieping onder het zadeldak, gedekt met rode oud-hollandse pannen, een klokkenstoel op de nok van het dak. De ramen met kleine roedeverdeling waren donkergroen gelakt en hadden donkergroene blinden met een rood-wit zandlopermotief aan de binnen zijden. Ook binnen waren de deuren, voorzien van antieke messing deurknoppen, en de plafondbalken donkergroen. De schoorsteenmantel was van donkergroen geglazuurde bakstenen gemetseld en van een geelkoperen rookkap voorzien. Er waren heuse bedsteden. In 1926 werd er een dubbele garage met bovenwoning 58 Het jachthuis De Houtsnip in zijn eerste aanleg, ca 1920.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2012 | | pagina 60