De Zierikzeese vloot tijdens de Tweede Wereldoorlog Zierikzee wijkt niet af van Bruinisse al is de neerslag van de gebeurtenissen op sommige punten wat duidelijker, doordat er andere stukken bewaard gebleven zijn. Uit een brief van burgemeester Jhr.mr. Schuurbeque Boeije blijkt dat in september 1940 veertien Zierikzeese schepen tegelijkertijd gevorderd werden. Het handjevol niet in beslag genomen boten betrof stokoude of kleine exemplaren. Schuurbeque pleitte dan ook voor teruggave van een aantal schepen, zodat ten minste de mossel en oesterbanken onderhouden en bevist konden worden. Veel succes had zijn pleidooi niet: in december van dat jaar was alleen de ZZ 18 Op hoop van zegen van Blommaert teruggegeven. Kort daarop werd de vergoeding voor de periode september 1940 tot en met januari 1941 uitgekeerd. In de uitkeringslijsten in de gemeentelijke administratie kwamen de ZZ 7 van de gebroeders Schot-Bergers en de ZZ 8 en ZZ 9 van de gebroeders Schot-Engelvaart niet voor. Deze schepen waren echter niet teruggekeerd, maar ontbraken in de gemeentelijke correspondentie, omdat de eigenaren de vergoeding niet via de rekening van de gemeente ontvangen, maar direct zelf gestort kregen. Dat blijkt uit stukken van medio maart 1941 toen een dispuut ontstond over de dagvergoeding van vijf gulden per gevorderd schip. Er werd toen een overzicht gemaakt van de taxatiewaarde van de Zierikzeese schepen. Op de kladversie van dat stuk staan de rekeningnummers waarop de vergoedingen moesten worden gestort. Die taxaties liepen uiteen van/11.000 voor de ZZ 16 van L.J.C. Schot tot 4200 voor de ZZ 19 van W. Otte. Schip Eigenaar Getaxeerde waarde volgens eigenaar Rekeningnr. voor vergoeding ZZ 3 W.K. Schot 10.200,00 104991 ZZ 4 Th. Blommaert ƒ7.100,00 104991 ZZ 5 N. Praet 9.775,00 104991 ZZ 6 C.F. Kouijzer 6.940,00 104991 ZZ 7 W.K. Schot 8.875,00 125428 ZZ8 J. Schot BWzn. 4.825,00 248784 ZZ 9 W.C. Schot ƒ7.415,00 248784 ZZ 10 Th. D. Bleyenberg 7.800,00 104991 ZZ 12 P. Kouijzer 6.580,00 104991 ZZ 14 L. Otte 5.620,00 104991 ZZ 16 L.J.C. Schot f 11.000,00 104991 ZZ 19 W. Otte 4.200,00 104991 Het nummer 104991 was het gironummer van de gemeente Zierikzee, de andere betroffen particuliere bankrekeningen. Tevens wordt in dat kladexemplaar vermeld dat de vergoeding voor de ZZ 14 van L. Otte vanaf juni 1941 niet meer meegezonden hoefde te worden, maar direct door de Kriegsmarine aan de Rotterdamse Bank kon worden betaald. Datzelfde kladje is ook het enige bewijs dat de ZZ 4, ZZ 7 en ZZ 16 zijn teruggegeven, volgens de betreffende notitie op 16 juli 1942 vóór de middag, zodat slechts een halve dag schadevergoeding betaald hoefde te worden. De betalingen zijn lang volgehouden. Zelfs toen de oorlog al duidelijk een wending had genomen, bleef de bezetter maandelijks het geld voor de gevorderde schepen storten. Het eind van de oorlog werd echter niet gehaald. Een verklaring kan zijn dat 91 Taxatie van de waarde van de gevorderde Zierikzeese vissersschepen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2012 | | pagina 93