een vlaggendoek ging aanbrengen, in plaats van of onder het symbolische voorwerp dat tot dan toe de bekroning hiervan vormde. Dat was vaak een kruis of een ander plastisch herkenningsteken geweest. De oudste scheepsvlaggen hadden de vorm van een gonfanon, een te land door legeraanvoerders gebruikte vaan, uitlopend in twee of meer slippen. Geleidelijk aan werd dit langwerpiger en ontwikkelde zich tot de tegenwoordige wimpel. Binnen de invloedssfeer van het West-Europese keizerrijk (het 'heilige' Roomse Rijk) waren deze wimpels egaal rood gekleurd. Hanzesteden, zoals Hamburg, voerden op hun schepen nog lang dergelijke effen wimpels." Te land ging de adel in de loop van de twaalfde eeuw heraldische wapens gebruiken. Dat wil zeggen dat wie tot deze groep behoorde zich voortaan bij gelegenheid herkenbaar maakte door op zijn wapenschild kleuren en figuren aan te brengen volgens een uniform stelsel. Heraldische wapens zijn in tegenstelling tot eenmalig toegepaste herkenningstekens erfelijk geworden, waardoor de familieheraldiek is ontstaan. Bij de heraldiek behoren ook wapens van bestuurslichamen, bijvoorbeeld van steden, dorpen, gilden en ambachten. Hun blijvend karakter is hierbij de doorslaggevende factor. Het systeem staat bekend onder de term heraldiek, een woord dat op zijn beurt is ontleend aan de benaming heraut, een persoon die wapens in registers of wapenboeken beschrijft en afbeeldt. Herauten worden als deskundigen in hun vakgebied beschouwd, niet alleen op het slagveld, maar ook bij hofceremonieel, feesten en toernooien. De figuren en kleurcombinaties op de wapenschilden kunnen verwijzen naar de wapenvoerder, diens familie of op zijn voorgeslacht. Dezelfde figuren zette men op de (wapen) banier, een rechthoekig tot vierkant doek in de kleur van het schild. Heeft een vorst meerdere bezittingen dan bestaat de neiging die in zijn wapen en vlag over te nemen. Voor praktisch gebruik op zee wordt een heraldische vlag dan minder bruikbaar, want op relatief grotere afstand is het dundoek niet meer herkenbaar. De vorst kan een ander symbool kiezen, bijvoorbeeld het embleem dat niet altijd aan zijn wapen ontleend hoeft te zijn. Men kan de vlag nog verder vereenvoudigen door het toepassen van banen in twee of meer kleuren. Vervolgens komen tegen het midden van de zestiende eeuw vlaggen met meerdere banen in de mode. De overgang is niet altijd abrupt geweest, want genoemde vlagtypen blijven nog lang naast elkaar bestaan. Niet alleen de adel voerde wapens en banieren. Ook steden met een dominante havenfunctie voegden banieren of figuren uit wapenschilden aan hun herkennings middelen toe. Een en ander valt te constateren uit de studie van hun zegels, waarop zij vaak een schip lieten afbeelden. Het fraaie zegel van de Hanzestad Stralsund (Oost- Duitsland) uit 1329 is daarvan een voorbeeld (afb. 2)Hierop een voor die tijd typerend schip, met de stuurman aan het roer. Onder het kruis in de top van de mast hangt een wimpel, waarop een voor de naam van die stad 'sprekend' embleem, de pijlpunt of 'Strahl'. Achter de stuurman is het herkenningsteken in tweevoud herhaald op een rechthoekige banier. Het is later tevens in het stadswapen van Stralsund opgenomen." Geografisch dichter bij Zierikzee ligt Amsterdam waar rond 1400 een apart zegel voor vertrouwelijke stukken in gebruik kwam. Het bleef in hoofdzaak tot ver in de zeventiende eeuw ongewijzigd. De afbeelding werd zelfs voor het oudste stedelijke wapen aangezien (afb. 3) Het Amsterdamse zegel laat naast de stedelijke symbolen ook het wapenschild van de heer van het land zien, in dit geval Holland. We zien namelijk aan boord van een schip twee mannen, van wie de ene in de rechterhand het wapenschild van de graven van Holland uit het Henegouwse huis (vier leeuwen) draagt en met de linker een zwaard vasthoudt. De andere persoon voert over de linkerschouder een banier. Op het achterkasteel is eveneens een stadsbanier te zien. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2012 | | pagina 9