'moord', omdat ze ertoe was aangezet. Ook zou Gerrit Schel haar nog het hof hebben gemaakt en haar ten huwelijk hebben gevraagd. Op onderwijsgebied had de nieuwe leraar geschiedenis progressieve ideeën. Zijn leerlingen mochten hem bij de voornaam noemen ('Noem mij maar Gerrit'). Martin Mons beschrijft hem negatief als een onpopulaire leraar en als agitator met veel eigendunk. Voor sommige leerlingen, zoals Niek Vergeer, was hij echter een afgod. Politiek was hij extreem links georiënteerd. Hij probeerde de werknemers van de Cabofabriek van directeur Lieven J. Cabilliau te beïnvloeden, maar dat had weinig effect. De plaatselijke politiecommissaris Mart Andriessen krijgt al snel hulp van Pieter Auguste Perquin bij het oplossen van het misdrijf. Deze oude politiecommissaris neemt het onderzoek naar de dood van Gerrit Schel geheel over en gaat op de bekende wijze de mensen af die in contact met het slachtoffer hebben gestaan. Perquin spreekt ook vader Pieter Schel, die voor de begrafenis naar Holdernesse is gekomen. Hij had Gerrit al zes jaar niet meer gezien en sprak vooral over het geloofsverlies van zijn zoon. Ook leerlingen, zoals Lot Vergeer, worden verhoord. En dan is er nog archivaris Laurens van Maerlant met verhalen over de oudheid van de stad en met 'de voetstappen van de gehangene' in het Galgepoortje. Die uitdrukking betekent dat iemand gekweld wordt door een slecht geweten. De boot naar het eiland bij haven Het Veer speelt een cruciale rol. De kern van het boekje ligt bij de onderlinge verhoudingen tussen de leraren op het lyceum. Achtereenvolgens worden als verdachte gezien Pieter Schel, dr. Henriëtte ('Jetje') Goudsmit, Laurens van Maerlant en zelfs Lieven Cabilliau. Uiteindelijk is de dood van Gerrit Schel toch anders gegaan dan de nijvere politiemannen dachten, want er blijkt geen juridische moordenaar. Op dit punt van mijn leesverslag gekomen zijn er wellicht al oudere inwoners van Zierikzee die zeggen dat sommigen van de genoemde personen hun bekend voorkomen. In de volgende paragraaf wordt dat uitgewerkt en zullen nog meer mensen en locaties worden genoemd. 103 Veerhaven De Val bij de Zuidhoekinlagen omstreeks I960 (collectie Gemeentearchief Schouwen- Duiveland, Zierikzee, ZM 3101)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 105