De ontwikkeling van een stad Wanneer spreek je van een stad? Die vraag is lastiger te beantwoorden dan men in eerste instantie zou denken. Wanneer we vandaag kijken naar de steden, is er wel een aantal gemeenschappelijke kenmerken te noemen, waarbij de omvang toch wel het duidelijkste is. Ook de aanwezigheid van een station en bepaalde voorzieningen zoals ziekenhuizen kunnen aangeven dat je in een stad bent. En steden vormen een eigen gemeente, terwijl dat bij dorpen vaak niet het geval is. Vaak wordt verwezen naar stadsrechten, daterend uit de middeleeuwen. Het stadsbeeld in de middeleeuwen is eigenlijk niet heel anders, natuurlijk wel met zijn eigen equivalent. De steden waren kleiner, maar er waren wel voorzieningen die het platteland niet had en ook het bestuur van een stad was anders in vergelijking met de dorpjes op het platteland. Het stadsrecht, dat in die periode is ontstaan, is dan wel vastgelegd op hetzelfde velletje papier, maar heeft een andere betekenis dan het huidige. Waar het nu betekent dat de woonplaats een stad is, was het destijds een formulering van de regels met betrekking tot de stad, in tegenstelling tot het landrecht.3 Er bestaat wel een aantal criteria waaraan een middeleeuwse stad meestal voldoet: een redelijke omvang (in deze periode spreken we dan van minimaal 1000 inwoners), de bevolking leeft niet primair van landbouw, veeteelt of visserij en de stad vervult de functie van een centrale plaats: hij lokaliseert de markt, het bestuur en sommige gespecialiseerde diensten, waaronder bijvoorbeeld de rechtspraak. Ook de aanwezigheid van een versterking door middel van wallen of muren wordt vaak als criterium genoemd. Veel plaatsen vertonen vaak een aantal van deze kenmerken, maar niet allemaal, wat het lastiger maakt om steden als zodanig (archeologisch) te definiëren. De locatie voor een nieuwe nederzetting wordt vanaf het jaar 1000 voornamelijk bepaald door de toegankelijkheid. De meeste steden die zijn ontstaan, zijn te vinden aan bevaarbaar water en plaatsen waar dit water overgestoken kan worden of waar landwegen het water kruisen. Het vaakst worden ze gevonden in de nabijheid van een gezagscentrum zoals een abdij of burcht, die dient als bescherming. Oude agrarische nederzettingen vind je op een hoger gelegen gebied, bijvoorbeeld een kreekrug. 8 GREVELINGENMEER BROUWERSHAVENSE GAT GREVELINGENMEER HAMMEN ROGGENPLAAT OOSTERSCHELDE ifêiFf*f MASTGAT Schouwen-Duiveland met daarop aangegeven de ligging van Brijdorpe

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 10