De ontwikkeling van agrarische nederzetting tot stad lijkt uit verschillende stappen te bestaan. Men woont ergens bij elkaar, waar het water toegankelijk is en ondervindt weinig tegenslagen. Het is mogelijk dat de kleine agrarische nederzetting deel uitmaakt van de handel. Wanneer zij deze toegang niet verliest of wanneer zij nog de enige toegang tot een bepaald gebied bezit, neemt het aandeel in de handel toe en groeit ook de vraag naar arbeiders. De plaats kan zijn eigen regionale markt gaan houden, waardoor hij langzaamaan gaat functioneren als een centrum voor het achterland, terwijl hij tegelijkertijd dat achterland stimuleert om speciheke producten te produceren. Nijverheid komt op, men gaat zich steeds meer richten op de handel en langzaam groeit de bevolking. Bij toenemende bevolkingsdichtheid komen ook nieuwe problemen naar boven. Mensen zijn niet gewend om te worden beperkt in hun vrijheid en dat leidt tot schermutselingen en geweld. Bovendien is zo'n concentratie van relatief rijke handelaars natuurlijk een ideaal doelwit voor rovers en geboefte. Hiervoor moeten nieuwe regels gevormd woiden en deze ontstaan naarmate de stad in grootte toeneemt. De door handel rijk geworden elite kan steeds meer gewicht in de schaal leggen tegenover de graaf of oorspronkelijke ambachtsheer, zodat deze wel vrijheden moet toestaan Ook worden vrijheden gebruikt door ambachtslieden om de stadsinwoners aan hun kant te krijgen. Uiteindelijk worden de nieuwe regels en vrijheden genoteerd waarmee het stadsrecht ontstaat. Het stadsrecht is dus niet altijd het begin van een stad, maar het eind van een eeuwenlange ontwikkeling die een nederzetting heeft doorgemaakt. Soms worden de stadsrechten ook specifiek ingezet om de groei van een dorpje te stimuleren of om de rechtsgang daar beter te laten verlopen. Juist in Zeeland heeft het-water natuurlijk een grote rol gespeeld. Ook de directe nabijheid van Vlaanderen heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van deze regio. In het Vlaamse gebied komt de verstedelijking eerder op gang dan in de Nederlanden en omdat Zeeland sterk in de Vlaamse invloedsfeer ligt, begint ook daar de verstedelijking relatief vroeg, vanaf ongeveer 1000. Natuurlijk speelt ook mee dat Zeeland, door zijn ligging aan de zee, zeer goed toegankelijk is en er vele mogelijkheden zijn om havens te bouwen en handel te drijven. Het belang van Brijdorpe Het idee dat Brijdorpe ooit belangrijker is geweest, is wijdverspreid en komt uit vrijwel alle literatuur over Schouwen-Duiveland naar voren. Hiervoor worden echter zelden verschillende bronnen genoemd: men verwijst voornamelijk naar elkaar. loch zijn er aanwijzingen te vinden voor deze veronderstellingen. Brijdorpe is enige tijd 'hoofdstad' van een van de zesdedelen van Schouwen geweest en wordt ook genoemd in De Rijmkroniek van Holland van Melis Stoke (ceze beschrijft de strijd tussen Holland en Vlaanderen in de periode rond 1300) Ook zijn er verschillende oorkondes die een redelijk belang van het dorp suggereren. Er is gekeken naar onderwerpen die een rol (kunnen) hebben gespeeld in het belang van Brijdorpe. Dit is de ligging, de kerk, de eventuele burcht en een eventuele haven. Daarnaast is er gekeken naar het gevonden materiaal uit de directe omgeving. Deze aspecten worden hieronder een voor een nader besproken. De ligging Brijdorpe ligt op een van de grootste woonterpen van Schouwen, die is gevormd door een kreekrug. De ligging op een kreekrug is typerend voor een oudere nederzetting in Zeeland. Er is geconstateerd dat er vanaf ongeveer de achtste 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 11