De vroegste schriftelijke bronnen waarin een haven wordt genoemd, dateren alle
uit de periode waarin Brouwershaven vorm begint te krijgen en het is dus niet
uitgesloten dat het in die bronnen gaat over de haven van Brouwershaven en niet
over een eventueel vroegere, meer landinwaarts gelegen haven van Brijdorpe.
Van Friesland is bekend dat vrijwel iedere woonterp toegang heeft gehad tot het
open water en deze toegang verloren gaat bij de bouw van dijken en dammen,
waardoor een terp nooit tot stad is uitgegroeid. Niets wijst erop dat dit niet
ook het geval was in Zeeland. Verschillende bronnen geven aan dat Schouwen
in het verleden een groep eilanden was, een gebied vol kreken en geulen.
Een van deze geulen kan Brijdorpe toegang verschaft hebben tot de zee. Net als
in Friesland zou Brijdorpe deze toegang verloren kunnen hebben toen er dijken
en dammen aangelegd werden; tussen 1000 en 1200 verschijnt de eerste dijk op
het eiland. De aanwezigheid van een haven bij het dorp in de buurt is dus zeker
een mogelijkheid, maar hier is nog geen onomstootbaar bewijs voor aangetroffen.
Ook de archeologie en het landschap kunnen in deze zaak geen positief uitsluitsel
geven.
Vondsten en onderzoek in de omgeving
Er staan verschillende vondsten vermeld in Archis (een digitale database,
toegankelijk voor archeologen) die in en rond de huidige dorpskern zijn gedaan.
Het aantal meldingen in de directe omgeving is 95, hiervan is een aantal onder
dezelfde coördinaten opgeslagen. Een groot deel van de vondsten die is gedaan in
de omgeving, dateert uit de middeleeuwen. Er kan dus zeker gesproken worden
over een redelijke activiteit. De vondsten die worden vermeld in Archis zijn slechts
enkele malen gedaan in een archeologische context; het merendeel is afkomstig uit
literatuur, archiefstukken en particuliere meldingen. Op het gebied van archeologie
is hier zeker nog veel te winnen.
Er zijn verschillende opgravingen geweest in de omgeving van Brijdorpe. Zo zijn
de begraafplaatsen van de verdwenen dorpen Duivendijke en Klaaskinderkerke
opgegraven (hoewel dat in Duivendijke wat ongebruikelijk is gegaan). In Brijdorpe
zelf zijn nooit opgravingen gedaan en dat zal in de toekomst ook niet gebeuren,
aangezien dit gebied staat aangemerkt als van archeologisch hoge waarde en
dit wil men zo veel mogelijk intact laten. Er is een aantal booronderzoeken en
oppervlaktevondsten gedaan. Deze betreffen de resten van de kerk op de grafheuvel
en wat scherven in de omgeving. Ook staat de vliedberg vermeld, met de vondsten
die destijds zijn gedaan. Het merendeel dateert uit de late middeleeuwen (1050-1500),
maar er zijn ook wat scherven die waarschijnlijk dateren uit de Romeinse tijd. Zoals
al eerder vermeld, is Herkesteijn beter onderzocht. Uit het proefsleuvenonderzoek is
gebleken dat het een rechthoekig kasteel is geweest met een ronde traptoren. Ook
bevestigt de opgraving de datering van het kasteel, rond 1300. Uit deze opgraving
blijkt verder dat de funderingen zwaar zijn aangetast door de werkzaamheden in
1956-1957 en dat een verdere opgraving onevenredig duur zal worden in verband
met de geringe informatie die ze zal opleveren en de techniek die nodig is bij het
opgraven (vooral de hoge grondwaterstand speelt parten).
Conclusies
Was Brijdorpe een dorp of een stad naar middeleeuwse begrippen? Floris V is
zeker van plan geweest stadsrechten te verlenen, of dat nu aan Brijdorpe of
aan Brouwershaven is geweest. Daarnaast zal Brijdorpe, als hoofddorp van een
18