zesdedeel, een centrale functie hebben gehad. Hier wijzen ook de aanwezigheid van de kerk en de burcht op. Over de bestaanswijze van de inwoners is zeer weinig bekend, maar als er een haven is geweest, kan er ook handel zijn gedreven en wordt er een belangrijk, niet agrarisch element aan de bestaanswijze toegevoegd. Er is geen versteviging in de vorm van een wal of muur aangetroffen, maar de waterloop om de kern kan dezelfde functie hebben gehad. Het aantal inwoners of de omvang van het dorp is helaas op geen enkele wijze te achterhalen, waardoor het vijfde en laatste kenmerk niet gecontroleerd kan worden. Men zou dus kunnen concluderen dat Brijdorpe wel degelijk een belangrijke functie inneemt in de periode 1100-1300. Er is echter niet voldoende bewijs om dit met zekerheid te kunnen zeggen. Toch is het interessant om te zien dat juist Brijdorpe zijn naam geeft aan het zesdedeel; dit zal niet zonder reden zijn gebeurd. Om meer inzicht te krijgen in de aanwezigheid van de kenmerken zoals die hierboven zijn genoemd, is een diepgaander literatuur onderzoek nodig in combinatie met een meer uitgebreide inventarisatie van de aan wezige archeologie in een veel bredere geografische context. Vrijwel alle bronnen noemen de afsluiting van de toegang tot de zee door verzanding als reden voor het stoppen van de groei van Brijdorpe. Dit wordt ook genoemd door Renes- in Friesland en Kuipers ziet het als oorzaak voor de stichting van Brouwershaven. Als deze haven werkelijk aanwezig is geweest, is het heel aannemelijk dat het verdwijnen van deze toegang en inkomstenbron de reden is voor de afname in activiteiten in het dorp. De verzanding zal zeker in het bodemarchief te vinden zijn. Ook een haven kan prima bewaard blijven in de grond. Na het afsluiten van de haven verdwijnt ook de burcht uit de bronnen. Als laatste verdwijnt de kerk aan het eind van de zestiende eeuw. Langzaam maar zeker krimpt het dorp dus van de plek die Floris V nog stadsrechten wil geven naar 'de vlek langs de weg' die Coomans beschrijft. Het meest opmerkelijke aan dit kleine dorp is dat het, ondanks het verdwijnen van de kerk, nog steeds bestaat. Noten Bronnen 19 1 Coomans 1986, blz. 76 2 Een motte is een vroeg kasteel gebouwd van hout. Op Schouwen zijn nog twee vliedbergen te zien in het landschap, een bij Zierikzee en een bij Ellemeet (Bos en Oele 1987). 3 Landrecht had betrekking op het platteland en werd uitgeoefend door de ambachtsheer (Hendrikx 1997). 4 Schotvrijdom voor een hevene land: er hoefde voor een bepaald stuk land geen belasting (schot) betaald te worden (Fokker 1909). 5 Fokker 1909 6 Later werd er toch voor gekozen om van zesde naar vijfdedelen over te gaan en in 1558 zelfs naar vierdedelen. In 1997 heeft de laatste herverdeling plaatsgevonden. 7 Volgens De Bruin et al. Haamstede, volgens De Groot en Molenaar Zierikzee. 8 Melis Stoke 9 Kuipers I960 10 Een loper is een vertegenwoordiger van de graaf die ervoor zorgt dat alle belastingen worden betaald. 11 Dekker 1971 scez: Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, Looierssingel 2, Middelburg. Bezocht op dinsdag 20 maart 2012 om het dossier in te zien over de opgraving te Herkesteijn. Stoke, Melis. Rijmkroniek van Holland. Burgers, J.W.J. (ed), 2004. Steenwijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 21