BLAKE TROMP bondigh UDaetadifts!) btrljacl ban Resultaten bleven vooralsnog uit. Wel besloten de Staten-Generaal alvast tot de uitrusting van 150 oorlogsschepen.2 Met spanning wachtten zeelieden, vissers en bestuurders de besprekingen af. Zouden de wederzijdse afgevaardigden erin slagen de vrede tussen Engeland en de Republiek te bewaren? Iedereen was het erover eens dat het op zee ging spannen. De Zierikzeese bestuurder Justus de Huybert3 onderhield met raadpensionaris Johan de Witt (1625-1672) een geregelde correspondentie. In zijn brieven aan De Witt klinkt duidelijke oorlogstaal: als de Engelschen op die wijs doorgaan zit er niets op dan vim vi repellere (geweld met geweld) en dat hoe eer hoe liever en hier beginnen veele handen dapper tejeucken om de Engelsen aan te pakken.4 Het zogenaamde vlagincident bij Dover op 29 mei 1652 zorgde uiteindelijk voor de ontlading. De Nederlandse luitenant-admiraal Maerten Harpertsz. Tromp (1598- 1653) ontmoette toen de Engelse admiraal Robert Blake (1599-1657). Volgens de Engelse admiraal voldeed Tromp niet aan de voorgeschreven saluutplicht, waarna hij het vuur op Tromps vlaggenschip Brederode opende. Een ongeregelde zeeslag ontbrandde. Direct informeerde Tromp de Staten-Generaal over het incident met Blake. Tevergeefs stuurden de Staten-Generaal raadpensionaris Adriaen Pauw op 14 juni 1652 naar Londen om erger te voorkomen. De broer van de latere raadpensio naris, Cornelis de Witt, verwoordde de angst van velen: lek ben seer beducht, dat onse ganscbe visscherye ende de buysen alle sullen werden geruineert7 Het gevecht tussen Tromp en Blake werd het startschot voor een van de bloedigste zeeoorlogen. Inmiddels had Blake instructies ontvangen om de Nederlandse visserij te vernietigen en daarna de retourschepen van de voc te onderscheppen en de Zeeuwse en Hollandse kust te blokkeren. Op 7 juli 1652, een dag voor de officiële oorlogsverklaring, lichtte Blakes vloot haar ankers, op weg naar de Nederlandse haring vloot. Ondanks de oorlogssituatie bleef Van der Perre op zijn post in Westminster. Pauw werd echter wel door de Staten- Generaal naar Den Haag teruggeroepen.6 Een anonieme pamfletschrijver beschreef het gebeurde in een Bondig en waer- achtigh verhael van 't gene onlancx is voorgevallen tusschen d' Engelshe onder 't commando van den generael Blake ende de Hollantsche Armada, onder 't beleyt van den E. Heer luytenant-admirael Tromp, ontrent Doevres: als mede diversche brieven, examinatien en attestatien nopende de selve. Het werd gedrukt door Jan Veld, drukker van het parlement van Engeland te Londen, in 1652. Onder het Nederlandse lezerspubliek vond dit pamflet gretig aftrek. Over de vraag wie nu als de schuldige van dit incident kon worden beschouwd, hebben pamfletschrijvers en tijdgenoten lange tijd geredetwist. Ook latere historici kwamen niet uit deze schuldvraag. tante cmlattct is boot gcbalim tuffrijen éngclftfjc ouDtc t Commanöo Dc Hollantfche Armade, on- 22 //2 ban OCIl Generael «rtiDc der 'tbcleyt van den E.Hcer Luytenant Admirael Ontrent Doevres: Als mede diverfche Brieven, Examinat ien ,en Atteftaticnnopende de felve. Over-gcfet na dc Engelfchc Copye Gcdruckt by Ian Veld, Drucker van 't Parlement van Engeland i <S; 2. TotLondcn. Titelpagina van het pamflet Bondigh en waerachtigh verhael (1652) (foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie te Den Haag)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 24