visserij weer tot bloei te brengen. Na de ramp met de Zierikzeese vissersvloot hadden zij al direct een subsidieregeling goedgekeurd voor de aanbouw van nieuwe vissersschepen. Meer dan dertig stuurlieden maakten van deze regeling gebruik. Waarschijnlijk trokken zij uit financiële overwegingen het octrooi tot subsidiëring van de nieuwbouw een jaar later in. Desondanks mochten zes laatkomers toch nog een beroep doen op de regeling. Maar hier bleef het niet bij. De kapen en bakens in de duinen lieten zij in de loop van 1654 herstellen, de haven uitdiepen en de kaden zo veel mogelijk opknappen. Ook kondigden de Zierikzeese bestuurders nieuwe regelgeving af voor de visafslag ten einde de bedrijvigheid in de stad te stimuleren.34 Ondanks al deze inspanningen herstelde de Zierikzeese visserij zich niet meer van het deplorabele verlies uit 1653- Ook de latere Engelse oorlogen versterkten de neergang. De zeevisserij boette uiteindelijk steeds meer aan betekenis in. Naast de onveiligheid op zee waren de tekorten aan geschoold personeel, de opkomst van de koopvaardij en de slechte financiële bedrijfsresultaten door teruglopende vangsten de voornaamste oorzaken. Tabel 1 30 Tabel 2 Brielle_4 Delfshaven1 Enkhuizen92 Maassluis38 Schiedam12 Texel1 Venhuizen1_ Vlaardingen6 Zierikzee55 Zijde13 Totaal 223 Tabel 2. Verliezen aan vissersschepen (1652-1654) per plaats 1652 60 1653 157 1654 6 Totaal 223 Tabel 1. Verliezen aan vissersschepen (1652-1654) per jaar

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 32