nooit uit elkaar gaan. Samen zijn ze de bron van alle menselijke bekwaamheid, en
alleen ondergeschikt aan de wil van zijn bezitter. Maar die eenheid is geen garantie
voor de eenheid waarmee ze ogenschijnlijk werken. Er zijn zoveel krachten die hen
tegenwerken en zo vaak weerstand bieden aan onze beperkte wil.
Onze jongen is nu twintig en zegt: "Ik ben gezond, sterk en zelfstandig. Ik wil in
zaken gaan en daarna trouwen, maar jullie moeten mij helpen." Nu zouden wij
niet willen dat onze jongen ziekelijk is of dat hij niet in staat zou zijn een bedrijf te
beginnen of te trouwen, maar zijn gezondheid zit ons dwars.
En kent u onze dochter? Wij weten niet of u haar mooi of knap zou noemen, maar
zij is gezond, sterk en zelfstandig. Haar nek draagt haar hoofd enigszins statig,
maar zij heeft nooit aan iets toegegeven, behalve aan overtuiging en liefde. Haar
goed gevormde borst is misschien iets te breed en te groot, maar wij zijn daar
debet aan; want toen die borst leven, liefde en vrijheid inademde, vonden wij het
jammer die te belemmeren met korsetten en was het onze mening dat er te veel
goeds in die borst zat om het te veranderen in een vreselijk uitziend brillenglas.
Wij zijn trots op ons meisje en zijn geneigd haar af te schilderen als de morgenster
van de schepping; maar we dachten dat verschillende mensen hun neus zouden
optrekken en vragen: "Zijn die natuurlijke vormen echt jullie ideaal? Hoort die blik
van moed en positiviteit daar ook bij? Wij vinden het niks; want als wij naar haar
kijken, denken wij onwillekeurig aan een president van een Vrouwen Emancipatie
Vereniging." Nee wij geven de voorkeur aan onze zwakkere dochters. Hun passie
en humeur bedreigen ons soms al genoeg, maar wij lachen heimelijk om ze, want
zij stellen uiteindelijk niets voor, omdat zij zwak zijn.
Neen, gezondheid, kracht en zelfvertrouwen kunnen het jeugdige leven niet rustig
voorbij laten gaan. De voortdurend rijpende persoonlijkheid van de jeugd leidt er
voortdurend toe dat ze hopen op het geluk van de volgende dag. Die dag verschijnt
en nog is het geluk onvolledig.
De route van onze observaties leidt ons naar een opmerkelijk resultaat. Omdat wij
er zo aan gewend zijn om gezondheid te waarderen, vanwege het feit dat het ons
plezier doet, zijn wij geneigd haar waarde te vergeten en tegelijkertijd het grote
gevaar dat zo'n gevoel met zich mee kan brengen.
Wij hebben gezien hoe onze wil en onze voorkeur de staat van onze gezondheid
wijzigden, maar ook hoe onze gezondheid haar invloed uitoefende op onze wil
en voorkeur. Maar misschien vreemd om te zeggen, - hoe ouder we worden hoe
meer onze wil zich schijnt los te maken van de kracht van het stoffelijke. In onze
jeugd bracht gezondheid speelsheid, later kracht en betrouwbaarheid en nog weer
later ernst. Tenminste, dat was zoals wij het voortdurend gebruikte om de geest
en het lichaam gelijktijdig te ontwikkelen. Gelijktijdig, want als ons lichaam werd
ontwikkeld en niet de geest, dan zouden wij teruggaan naar de tijd van "het recht
van de sterkste"; en als het omgekeerde zou gebeuren dan zouden wij net als
de geleerde professor zijn die niet tegen het buitenleven kon en die met zijn
geleerdheid als kapitaal, zonder of met heel weinig winst, rondliep.
De gelijktijdige ontwikkeling van lichaam en geest verschaft ons controle over onze
zinnelijkheid en opent zo de weg naar perfectie. Onze levensgeschiedenis levert
hiervan het bewijs. Toen we kinderen waren kenden we niets anders dan het sensuele,
alles was egoïsme. Toen wij onze ouders leerden lief te hebben en vrienden te maken,
ging egoïsme een overeenkomst met de liefde aan. Toen wij een echtgenote kozen,
voelden wij duidelijk dat wij niet alleen bestonden, maar dat wij ons bestaan op aarde
moesten delen met het beeld van onze liefde. En wanneer wij de roeping volgden
46