Maar al die oude buren en vrienden zijn er niet meer en de jongeren brengen een beleefdheidsbezoek en zodra wij beginnen te vertellen over Generaal Lee of Sheridan12, dan maken zij een gebaar, waarmee ze willen zeggen: dat hebben we al zo vaak gehoord. Onze kinderen noemen dat papa's stokpaardjes, zij roken sigaren en praten over stoom, galvanisme, dierlijk magnetisme, tafeldansen en ten slotte ons alleen latend. Ze hebben echter andere taken te verrichten dan oude mensen te amuseren. Oh, de ouderlijke plicht is zo ondankbaar en kinderen kunnen zo weinig doen voor hun ouders. Alleen? Ja, we zijn alleen. Diegenen die wij lief hadden, die wij door en door kenden, die zich geschikt hadden naar onze tekortkomingen, zijn allemaal weg. En wanneer wij nu weer vragen wat doen wij "krasse" mannen en vrouwen van zeventig of tachtig hier, dan antwoorden wij met een beklemd hart: waarderen en gebruiken van de vele waardevolle impressies en gevoelens, kennis en wijsheid, die zij en hun omgeving voor ons hebben achtergelaten; want niemand, hoe geleerd ook, kan over het leven oordelen, zoals wij dat kunnen. We werden hier in een even belangrijke positie geplaatst als mens, samen streefden wij naar één doel, naar perfectie; maar honderden plukten de vruchten niet van het veld waar zij zaaiden. Sommigen stierven voordat ze een baan hadden, anderen voordat inspanning en ijver hun onafhankelijkheid en respect hadden gebracht en anderen voordat hun kinderen volwassen waren. Maar wij! - hoe blij zijn wij die nog steeds gezond genoeg zijn, geesteskracht en helderheid van geest hebben om te herinneren, wat en hoe en met wie wij gewerkt hebben. Wij klagen niet, naarmate wij dagelijks het kinderlijke egoïsme voelen naderen, doet het ons goed om alleen te zijn. Kom, laten wij eens kijken naar de afgelegde weg. Het zal ons tonen hoe een leven kan zijn wanneer gezondheid en kracht goed gebruikt zijn. Uniek is het bekijken van de wereld van de bejaarde. Ginds, in het grijze verleden op ons levenspad, zien wij onszelf tussen de schoolbanken springen. Het doel van het leven is ons nog niet bekend en onze toekomst is nog in de handen van anderen. Een tijdje later en wij zien een ander leven in ons ontwaken. Zie je ons daar zingen te midden van een groep jonge mannen en meisjes; het lied over de lente. Wat mooi! Het prachtige morgenrood van het leven dat ons beschijnt, met een schitterende blos van gezondheid en omgeven door een verlichte kroon van vreugde. Wij maken ons gereed om de reis van het leven te aanvaarden. Kijk hoe vriendelijk de toekomst ons toelacht, want aan onze zijde is het meisje van onze keuze, samen gaan wij naar het onbekende gouden land, naar het land van zuiver geluk. Daar maken wij samen een vaandel, waarop wij met reuze letters schrijven: De reis gaat vol vuur en energie voort. En weer iets later knielen wij voor het huwelijksaltaar; wij geven elkaar de rechterhand als symbool voor de verbinding, die wij maken met ware trouw en eeuwige liefde en we klampen ons vast aan ons vaandel. Weer later en ons kind wordt geboren. Nog steviger houden wij ons vaandel vast en het ziet er mooier uit dan ooit wanneer de middagzon van het leven er op schijnt. Het is waar dat sommige dreigende slangen die ons geluk willen bederven ons tegemoet kruipen, onbetrouwbaarheid schiet zijn pijlen en afgunst en jaloezie proberen een valstrik voor ons te leggen. Maar wat voor gevaar? Hebben wij niet werk en liefde op onze vaandel geschreven, en is de ziel-bezwangerde atmosfeer om ons heen niet een onneembare vesting tegen het kwaad? En de fonteinen van 48 WERK, LIEFDE EN PERFECTIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 50