hogere instantie. Koos doelt daarbij op de zuiveringscommissie. Daarmee is voor hem de kous af. Dat hij fouten zou maken schrijft Koos al in een brief van 1944 aan C.A. van Woelderen, burgemeester van Vlissingen, verzetsman en gewestelijk commandant van de Ordedienst te Vlissingen. In die brief merkt hij bovendien op dat men in de kritiek op bestuurders soms wel erg ver gaat en dat al het andere daardoor op de achtergrond raakt. Koos ziet zich genoodzaakt ter verdediging enkele punten met betrekking tot zijn beleid op schrift te stellen. Hij voelt zich gesteund door Van Woelderen die hem een 'goed vaderlander' noemt. De omstandigheden waaronder Schuurbeque Boeye tijdens de oorlogsjaren in Zierikzee heeft moeten werken zijn zeer zwaar geweest. Het was de opdracht voor een burgemeester in oorlogstijd om de burgerij zo goed mogelijk te blijven dienen en om ambtenaren te dekken. Daardoor heeft hij geprobeerd zo veel mogelijk in eigen hand te houden. Maar voor iedere kleinigheid richten de Sicherheitsdienst en de Ordnungspolizei zich tot hem en maken daar enorme drukte over. Schuurbeque Boeye werkt zich enkele keren geestelijk volledig aan de grond. Ondanks zijn verminderde weerstand bleef hij zich in zijn werk vastbijten. Het belang van de gemeente betekende alles voor hem. Dat hij fouten zou maken, wist hij. Hoewel niet iedereen er zo over gedacht zal hebben, is voor zover hij zelf kan nagaan, de verhouding tussen hem en de burgerij altijd goed geweest. De hoofdzaak is geweest dat hij altijd vertrouwen voelde van de burgerij. Het centraal orgaan van de zuiveringscommissie komt tot de volgende conclusie. Hoewel er een zware delegatie Duitsers in Zierikzee verbleef en hij te maken had met invloedrijke N.S.B.'ers, is Schuurbeque Boeye niet goed in staat geweest een juiste houding aan te nemen tegenover de bezetter. Hij verleende tot aan het einde van de oorlog medewerking aan de Winterhulp en de Nederlandse Volksdienst. Hij gaf enkele zwartwerkers op die in aanmerking kwamen om in Duitsland te gaan werken. Hij werkte te actief mee bij de radiovordering en nodigde zijn ambtenaren uit om lid te worden van het Nederlandse Arbeidersfront. Bovendien verplichtte hij hen een bedrijfsappèl daarvan bij te wonen. Positief was dat hij toestemde om illegaal wapens op te slaan in het stadhuis en hij wist met succes het vonnis van twee ter dood veroordeelde inwoners om te zetten in levenslang. Ondanks het verbod van de Duitsers bleef hij contact houden met zijn wethouders en roeide hij, met gevaar voor eigen leven, heen en weer tussen Wemeldinge en Zierikzee met illegale papieren op zijn borst. Bovendien steunde hij financieel het ondergronds verzet. Koos heeft niet de steun van de illegaliteit uit Zierikzee, die voor ontslag van de burgemeester pleit. Hij krijgt wel steun van Quarles van Ufford, want hij schrijft aan het centraal orgaan van de zuiveringscommissie, dat als Schuurbeque Boeye ongevraagd eervol ontslag zou krijgen, dat dit in afwijking van zijn advies zou zijn. Het centraal orgaan en de minister van Binnenlandse Zaken nemen het advies van Quarles over. Koos krijgt voor zijn optreden tijdens de bezetting 'een zeer ernstige berisping, zonder openbaarmaking'. En hij mag aanblijven als burgemeester. 1100-jarig bestaan Na de Tweede Wereldoorlog en de zuivering, die tot ver in 1946 duurt, wordt er hard gewerkt om de gemeente Zierikzee er weer bovenop te krijgen. In 1949 is het tijd voor feest. De viering van het 1100-jarig bestaan van Zierikzee staat voor de deur. Op de dag voor aanvang van het feest, vroeg in de ochtend als Koos nog slaapt, ontvangt hij een brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin 91

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 93