Behalve optochten, dansen en toneel is
er iedere dag kermis en iedere avond de
M.C.D.-revue, 'Hoe is 't mog'lijk' in de
Concertzaal. Op donderdag 4 augustus
staan zeilwedstrijden op het programma,
maar die gaan vanwege het slechte weer
niet door. liet doel van deze viering is
om Zierikzee bekendheid te geven en
dat is gelukt. Het feest is een groot
succes. Er zijn grote bezoekersaantallen
en zij komen van heinde en verre op het
feest af. Schuurbeque Boeye geniet van
de festiviteiten en het succes zal ook op
hem hebben afgestraald. Met volle kracht
kan hij zich daarna wijden aan de verdere
wederopbouw van zijn gemeente. Maar
in 1952 komt een voorbode van slechte
tijden. Door de opgelopen spanningen
van de oorlogsjaren, de aanhoudende
inspanningen om Zierikzee er weer
bovenop te helpen en veel roken krijgt Koos in augustus een hartaanval. Hij moet
stoppen met werken en enige tijd buiten de gemeente Zierikzee verblijven om weer
te herstellen. Maar hij heeft zijn werkzaamheden nog niet hervat of een nog veel
grotere ramp dient zich aan.-
De ramp
De watersnoodramp op 1 februari 1953 is een drama van ongekende orde. Veel is
er over de ramp geschreven, zodat goed is na te gaan waar Schuurbeque Boeye is
ten tijde van de ramp en wat hem overkomt. Vanuit zijn huis op de Lange Blokweg
schrijft Koos op 31 januari 1953 een brief aan zijn dochter Jet, die inmiddels in
Utrecht woont:
Beste Kind! Het is zaterdagavond en, als je nu dacht, dat het een gezellige avond is, dan
heb je het mis. De storm loeit, giert en beukt rond en over ons huis. De kamers zijn niet
warm te krijgen. Bij de canapé lekt het als een gek. De dakpannen rollen peletonsgewijs
van het dak af. De canapé staat bij de radio en verder hangt en staat alles door elkander.
Ziehier een klein stemmingsbeeld van je ouderlijk huis.
Nog diezelfde avond wordt hij gealarmeerd. Het is springtij en het water staat
ongekend hoog. Hij gaat 's nachts naar de haven om poolshoogte te nemen. Als hij
daarna de stad in gaat, barst het watergeweld los en schiet hij met de directeur van
de centrale dienst, de heer A.J. Argelo, en hoofdagent J.W. Renshof hotel Smalheer
in om zo het kolkende water te ontvluchten. In de loop van de nacht komt het water
steeds hoger, zodat de groep naar boven gaat. Koos probeert nog te bellen maar
hij wordt weggehaald bij de telefoon omdat er instortingsgevaar dreigt. Als zij op
een bovenkamer aan de achterzijde zijn, stort de voorgevel van het hotel inderdaad
in. Na een klautertocht komt de groep uiteindelijk bij de familie De Jonge in de
Krepelstraat terecht en wachten zij verder de ochtend af. Als het licht is, gaan ze naar
het politiebureau. Onderweg glijdt Koos met zijn te grote lieslaarzen een paar keer
uit en valt uit vermoeidheid bijna, zodat hij achter op de rug van agent Renshof gaat
93
Koos Schuurbeque Boeye in historisch kostuum
(collectie Gemeentearchief Zierikzee, dia 2598)