is, ondanks bemoeienis van politie, nota bene recherche!!! Toen braken alle klompen aan mijn boerenpoten. Je zuster noemde je een kale opschepster! Ik sluit mij hierbij van harte aan... Koos adviseert zijn dochter haar geld voortaan naar de bank te brengen en eindelijk eens te doen wat hij haar herhaaldelijk heeft 'voorgezongen'. Maar in de kantlijn schrijft hij dat het zo erg toch ook weer niet is, maar dat zij zich voortaan wel moet laten adviseren. Hij eindigt met: Honderd poten en likken van je: Pa! Deze barsheid zal hij ongetwijfeld ook tijdens zijn werk wel eens hebben getoond. Maar er zijn vooralsnog geen voorbeelden van te vinden. Overlijden Schuurbeque Boeye werkte hard en leefde ongezond. De druk en de spanningen op zijn werk eisten hun tol. Hij kreeg longkanker en stierf na een langdurig ziekbed op 3 november 1955 in een ziekenhuis in Amsterdam. Carel Pické, jeugd- en studievriend van Koos, schreef naar aanleiding van het overlijden van Koos het volgende: Koos! Ik wilde, dat je me nog even kon hooren, maar helaas, dat is voorbij. Als men elkaar welhaast 60 jaren heeft gekend en daarvan 44 jaren intieme vrienden is geweest, weet men wel, wat men aan elkaar heeft. Gevoelsontboezemingen lagen niet in onze lijn. We waren beiden wat hoekige menschen, met sterke sympathieën en antipathieën. Als we iemand of iets niet lustten, staken we dat niet onder stoelen of banken. Als we ons tot iemand of iets aangetrokken voelden, kon men op ons rekenen. Beste Koos, ik heb je vaak aangespoord om jezelf wat te ontzien, want ik en velen met mij maakten ons ernstig bezorgd over je gezondheid, omdat we wisten dat je te hooge eischen aan jezelf stelde. Maar juist op dat punt wilde je niet luisteren, omdat een van je sterke karaktereigenschappen je belette aan zulke suggesties gehoor te geven, namelijk je trouw; trouw aan je plicht en je hooge opvatting van je mooie ambt, en trouw in je vriendschap. Op de begrafenis van Schuurbeque Boeye spreekt onder anderen de commissaris van de Koningin De Casembroot, die bevriend is met Koos. Hij zegt: 'Koos heeft niet alleen zijn beste krachten, zelfs zijn gezondheid gegeven en opgeofferd aan de stad Zierikzee, de stad waarmee hij zich zozeer verknocht voelde.' De meeste indruk maakte Koos op hem, toen zij na de ramp in 1953 aan de haven samen waren bij de molen van Zierikzee, met wat mensen voor een opname voor de radio en televisie. Toen hij een kort woord moest spreken over de ramp, kon Koos zijn ontroering niet onderdmkken. De Casembroot besluit met te zeggen: 'Achter de liefde voor zijn gemeente zat een innerlijke bewogenheid waar ik stil van word, als ik er aan terugdenk. Een bewogenheid die, bij het leed en de zorgen die Zierikzee heeft gehad, zijn hart, zijn lichaam en zijn geest zwaar hebben aangegrepen. Zijn lichaam en zijn geest heeft hij gegeven aan het werk voor Zierikzee.' Koos Schuurbeque Boeye, 1954 foto privébezit) 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2013 | | pagina 99