voorgaande perioden zijn verdwenen. Een eerder herstel in 1912 had op zijn beurt ook al wat oude onderdelen uit gevels en interieurs doen verdwijnen. Hoewel er toen kritiek was op de eigentijdse aanpassingen aan het eeuwenoude gebouw, overheerste bij veel bezoekers de. verwondering over de schoonheid van het kasteel en zijn omgeving. De restauratie na de watersnoodramp leidde weliswaar tot een betrouwbare, zij het gedeeltelijke, reconstructie van een vroegere toestand, namelijk die uit de zeven tiende eeuw, maar daarbij werden wel latere toevoegingen vernietigd. Uiteindelijk bleef van de verbouwing door Hoogenboom maar heel weinig over. In de omgeving van het slot bleven uit de tijd van Vriesendorp van Renesse alleen het theepaviljoen of Orangerie, het cementrustieke prieel en een fragment van het inrijhek bewaard. De hele tuinaanleg op het eiland verdween, evenals de parkaanleg er omheen en in de bospercelen langs de oprijlaan. Zowel Van der Lek de Clercq als Vriesendorp van Renesse en later de Stichting Moermond streefden naar behoud van het kasteel en zijn omgeving. Daarbij maakten ze elk heel eigen keuzes, die deels waren gebaseerd op de opvattingen van hun tijd en deels op de mogelijkheden en wensen ten aanzien van het behoud 99 Het kasteel na de restauratie van 1955-1960. Foto J.D.C. Berrevoets, ca. 1960 (gasd be 0912)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2014 | | pagina 101