Alleen in 1906 heeft er vijf maanden een zekere Rachel Henriques de Castro met
haar zoontje Jacob Emil aan de Oude Haven 42 te Zierikzee gewoond.
Uitgaande van de opgegeven geboorteplaatsen kwam ongeveer 28 procent uit
Amsterdam of Rotterdam, 56 procent uit de rest van Nederland en de overige
16 procent uit Midden- en Oost-Europa.
De meest voorkomende vrouwelijk voornamen in deze groep zijn Sara, Elisabeth
en Rebekka. Bij de mannen vindt men vooral Abraham, Jakob en Levi. Bekende
achternamen uit de achttiende en negentiende eeuw zijn Frank, Frenk, Levisson,
Van Kloeten, Van Os(s), Polak, Velleman en Wolf. Namen uit de twintigste eeuw zijn
onder andere Van Dijk, Frankel, Frenk, Labzowski, Spalter en Wilkens. In totaal zijn
er bijna 150 verschillende joodse achternamen te traceren. En al deze mensen
hebben op meerdere adressen gewoond; in Zierikzee op meer dan 220 woonadressen
in meer dan 75 straten, verspreid door heel de stad. Van gettovorming kon, gezien
de gemiddelde grootte van de groep, geen sprake zijn. Wel is er een aantal straten
waar verhoudingsgewijs meer joden hebben gewoond: de Bagijnestraat, Meelstraat
en Sint Domusstraat.
Huwelijk, geboorte en overlijden
Vóór 1811 zouden in Zierikzee 22 joodse kinderen geboren zijn. Van minimaal acht
personen zijn de gegevens zeer discutabel. Tussen 1840 en 1850 zijn er in Nieuwer-
kerk zowel in het gezin Velleman (twee jongens en een meisje) als het gezin
Wessels (twee meisjes en een jongen) drie kinderen geboren. In Renesse zijn in de
periode 1817 tot 1823 vier kinderen Frenk geboren: Ester, Levie, Roosje en Henoch
Aaron. Maar in het bevolkingsregister van Zierikzee staat als geboorteplaats
Zierikzee, daar waar de joodse gemeente haar synagoge had. Het is een bekend
verschijnsel in Nederland dat de geboorteplaats van joodse kinderen gekoppeld
werd aan de plaats waar het dichtstbijzijnde joodse centrum was.
In de periode 1795 tot en met 1911 zijn in Zierikzee 41 joodse huwelijken gesloten,
tegenover twee echtscheidingen: een in 1838 en een in 1930. Bij de huwelijken
waren er vier waarbij zowel de man als de vrouw een 'stoepeschieter', geboren te
Zierikzee, was. De jongste die trouwde was een vrouw van achttien en de oudste
een man van 68. Dinsdag was de favoriete dag om voor de burgerlijke stand te
trouwen: 22 maal. Waarschijnlijk vond het 'onder de choepa staan'8 een dag later
plaats, tenminste, als we de middeleeuwse joodse geleerde Rasji volgen. Hij stelt in
zijn commentaar op de ketoeba (huwelijkswetgeving) dat een maagd op woensdag
trouwt en een weduwe op donderdag. Twee echtparen hebben hun huwelijks
verbintenis niet alleen via het joodse recht vast laten leggen, maar ook via de
'gewone' notaris, in de vorm van huwelijkse voorwaarden.9
Van oudsher trouwde men niet in de synagoge, maar buiten in de openlucht.10
Pas na de Haskala (joodse Verlichting11) kwam het trouwen in de synagoge in
zwang. Het kan (nog) niet worden bevestigd of dit laatste ook in Zierikzee het geval
geweest is. Wel lijkt het er op dat men veelal binnen de eigen joodse bevolkingsgroep
trouwde. Dit is in tegenspraak met wat prof. H. Daalder daarover schrijft: 'Gemengde
huwelijken tussen joden en niet-joden namen evenzeer toe vooral buiten
Amsterdam.'12
Een opvallende vermelding verdient het echtpaar Simon Levij van Oss en Renette
Samuels Baager, dat op 27 september 1814 in Zierikzee is getrouwd. Zestien
maanden later, op 12 januari 1816, kreeg het echtpaar een tweeling - Bartha en
Roosje - die binnen tien dagen overleed. Daarna werden er nog drie kinderen
11