zccti/y 11rC'A /tf/
3f'-
4
L
schappen. Na de verovering van de Oostenrijkse Nederlanden door Frankrijk
trachtte de overheid op deze armenzorg invloed uit te oefenen. Nadat de Nationale
Vergadering van de Bataafse Republiek, in 1796, per decreet besloot tot 'den
gelijkstaat der Joodsche met alle andere burgers' gold dit ook formeel voor de
'nieuwe joodse burgers'. Na de komst van koning Willem I werd dit beleid voortgezet
en verder gereglementeerd.23 Dit betekende dat de plaatselijke joodse gemeenschap
als aanvulling op eigen middelen om ondersteuning kon vragen bij de burgerlijke
overheid.
Dat gebeurde in Zierikzee voor het eerst in 1823. Uit de 'Staat van Begrooting' van
het armbestuur blijkt er een tekort te zijn van 95 gulden. Aan uitgaven 'vaste en losse
geldbedeelingen onderstand' werd een bedrag van 45 gulden begroot. Voor 'turf en
paasch brood' 18, gulden; 'Arme zieken' 8 gulden; 'Nood penningen aan door reizen-
den' 15 gulden en aan begrafeniskosten ook 15 gulden. Opbrengsten waren er wel,
maar matig. Op de begroting stond een bedrag van 6 gulden aan 'Armbuschen'.
In de crisisjaren 1851-1860 werd er gemiddeld aan zeventien personen steun
verleend. De meest rampzalige jaren waren 1857 en 1858, toen er 21 personen
werden ondersteund. Over de periode van 1851 tot en met 1860 kostte de onder
steuning gemiddeld 31,32 gulden per persoon. Daar stonden vanuit de joodse
gemeente inkomsten tegenover van gemiddeld 28,92 gulden. In de eerste drie jaren
kreeg de joodse gemeenschap nog 91 gulden subsidie van de gemeente Zierikzee,
maar structureel waren de uitgaven hoger dan de inkomsten.
De situatie was in de jaren 1870-1889 wellicht nog dramatischer. Het gemiddelde
bedrag dat jaarlijks werd besteed aan de armen was 35,05 gulden. De inkomsten
waren gemiddeld 12,57 gulden per jaar. Een structureel tekort op de uitgaven van
64 procent! Het is misschien niet verwonderlijk dat van 1898 tot 1921 niet meer
werd gereageerd op officiële verzoeken van de gemeente Zierikzee om verantwoor-
16
c/c v Jtff/f x h. ti.n/jt, d Mi f' i/A /i /erf A.2C4L
r ^Icjyctt jl/tUlt/twcg
V
//f/a,,
M»/
C /v/ac. Jltjj/l /L
.1
"5
\J Ztu/'t Z/ 'f. O..'
Jï'aul.- 1ü.js*saacn .w m
1
y'/cz/ i jl Jutwf taoe
t,
M
(V
.1
5
\vv. I J. flÉUV
y f} ÏLti-yMt' /Cm/ccj
.f
fi.iU'.C./, utJn:. ///t/i'u.,
2
rt' r n
6
v tiejrcaad//f</tJc/n S/i/n/o/- f/^'t
f/jïui A//SC/U it/fC/ js/M.Ü/rfif w
-.t\Zjx' aten Ai dtsmaay /f/Zii.
Begrooting van het Armwezen, 1823