Hl 4V n> 4p "1 1 t n üi n p 10 2 rra» n a D D13 i t Sjfér- I j lil II WW* jeugd. Erg succesvol zal dit niet zijn geweest, omdat beide heren slechts één seizoen in Zierikzee verbleven. De tweede periode begon hoopgevend met 22 leerlingen (zeven jongens en vijftien meisjes). Opvallend is de verhouding jongens ten opzichte van meisjes. De algemeen landelijke trend van die jaren was dat meisjes én jongens onderwijs volgden, maar meisjes in tijd gemeten minder onderwijs genoten dan de jongens. Maar in het Verslag van den toestand der gemeente Zierikzee 1860 staat vermeld: 'De Israëlitische school is in de loop van het jaar als school voor maatschappelijk onderwijs opgeheven. De leerlingen worden thans op de andere scholen onder wezen.' Hoofdoorzaak is de vierde Wet op het Lager Onderwijs van 1857. Deze wet stimuleerde het algemeen onderwijs en bepaalde dat er alleen buiten de normale schooluren godsdienstonderwijs gegeven mocht worden, tenzij men afzag van overheidssubsidie. Dit betekende het einde voor de school en de laatste leraar, Samuel Izak Itallie, vertrok daarom in 1860 naar Maastricht. Het was rabbijn Jacob Frankel, in 1863 aangesteld als schoolopzichter-inspecteur, die de situatie voor Zeeland adequaat wist te omschrijven: 'weinig zin voor Godsdienst en Godsdienstig onderwijs'.24 Jacob Frankel is de vader van de latere redacteur van de Zierikzeesche Nieuwsbode (1899-1920) Arthur Frankel. Cultuur en sport Op deze gebieden zijn er vermoedelijk geen specifieke joodse verenigingen geweest. Men sloot zich soms individueel aan bij een sport- of muziekvereniging, een politieke partij of een ander algemeen nut beogende instelling. Op deze wijze nam men dan actief deel aan het algemeen culturele leven. 18 T T S* ft. 0 i T Joods leesplankje, detail (fotocollectie auteur)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2014 | | pagina 20