er andere belangen mee. De eerder vermelde leraar Schooning en zijn vrouw hadden bijvoorbeeld proble men met de huisvesting. Het huis dat voor de chazzan-rebbe bestemd was, werd al door anderen bewoond. Hierover deden zij hun beklag bij de Hoofdsynagoge in Middelburg. Voorzitter Frenk van de synagoge in Zierikzee informeerde het bestuur van de Hoofdsynagoge per brief. Er werd gesteld dat degene die het huis wilde bewonen, de bevoegdheid en bekwaamheid moest bezitten om 'het kerkbad (het Mikwe) waar te nemen'. Schoonings vrouw zou Het zegel van de ringsynagoge in Zierikzee (gasd) daartoe volstrekt niet geschikt zijn. Dat Frenks zuster en zwager dat wél waren en kosteloos woonden in het huis dat voor de chazzan-rebbe bedoeld was, werd in het antwoord aan Middelburg niet vermeld. De Schouwen-Duivelandse kehilla heeft vermoedelijk maar twee leraren met de titel rabbijn gekend. Volgens de tekst op de grafsteen van zijn zoon Samuel was Joseph de Bruin (Leeuwarden 1844-Bergen op Zoom 1912) een van de twee met deze titel. Hij verbleef in Zierikzee in de periode 1875-1880 en woonde in de Lange St. Janstraat 5. Of hij toen 'echt' rabbijn was is nog niet bevestigd. In het bevol kingsregister van de gemeente Zierikzee staat als beroep: koopman. Volgens dat zelfde bevolkingsregister was Naphtali Polack (Leeuwarden 1852-Winschoten 1937) wel een rabbijn. Hij woonde van 1913-1920 in de Poststraat 30 te Zierikzee. Maar ook van zijn titel is nog geen officiële bevestiging gevonden. De niet zo positieve beoordeling van Jacob Frankel betekende natuurlijk niet dat er geen godsdienstonderwijs meer plaatsvond. Men bleef het Bar-Mitswa (Barmitswo) vieren; ook in Zierikzee. Bar Mitswa - zoon van het gebod - is het bereiken van de religieuze meerderjarigheid van een jongen op dertienjarige leeftijd. De Bar Mitswa- viering begint met een openbaar optreden in de synagoge, waarbij de jongen voor het eerst in de gelegenheid wordt gesteld om op de voorgeschreven wijze (wat dus de nodige oefening vraagt) een stukje uit de joodse Bijbel voor te lezen. Toespraken van de rabbijn of van de jarige zelf maken de viering compleet. In het n.i.w. wordt voor het eerst melding gemaakt van een Bar Mitswa in Zierikzee op 2 augustus 1878. Het Centraal Israëlitisch Weeshuis kreeg toen een gift van 3 gulden van M.A. Frenk, in verband met het Bar Mitswa-feest 'van den jongenheer Van Kloeten'. Tussen maart 1909 en juni 1918 verschijnen er nog zes meldingen van een Bar-Mitswa-feest in Zierikzee. Bijzonder is het verslag van 18 augustus 1916: De reden was, dat een kleinzoon van wijlen den opperrabbijn, dr. Jacob Frankel zl., Sjabbos Barmitswo werd, en de geheele Seddre zou laïnen, en dat met het oog daarop familieleden en vrienden van den Barmitswo waren overgekomen. Moge dit al voor een groote gemeente niets bijzonders wezen, voor een zoo kleine Joodsche gemeente van Zierikzee, misschien wel de kleinste van Nederland, was dit een belangrijke gebeurtenis. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2014 | | pagina 22