Het verslag eindigt met 'Hopen wij, dat deze gemeente in ledental moge vooruitgaan,
zoodat zij niet langer tot de kleinste van Nederland zal gerekend worden...' Deze
hoop is niet uitgekomen. In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 1 augustus 1921
staat:
Zierikzee. In een 1.1. Donderdagavond gehouden vergadering der Ned. Isr. Gemeente
alhier, werd, na vooraf gehouden bespreking met den secr. van 't Isr. Kerkgenootschap,
dr. Sluijs, besloten tot opheffing. Op 18 juni 1922 wordt bij verordening 98 van de
Centrale Kommissie tot algemene zaken van het Ned. Isr. Kerkgenootschap in Nederland
besloten om de joodse gemeente te Zierikzee officieel op te heffen. De joodse gemeente
Zierikzee wordt bij die van Middelburg gevoegd.
De synagoge in de Meelstraat was toen al verkocht. De 'acte van vervreemding' was
op 18 november 1921 gepasseerd bij notaris Jacobus Simon Leonardus Korteweg te
Zierikzee. In de akte staat de volgende zin: 'Door de verkoopers worden gereserveerd
en uitgebroken: de Ark, de Biema of het voorzangersgedeelte, en den gedenksteen
in den voorgevel.' Niet bekend is waar deze 'reserveringen' zijn gebleven.
Samenvatting en conclusie
In het jaar 1816 werd in Zierikzee op
initiatief van de parnassijns (bestuurders)
van de Hoofdsynagoge te Middelburg
de joodse gemeenschap formeel erkend.
Men slaagde erin om in 1824 een syna
goge te bouwen, die op 2 september 1825
feestelijk werd ingewijd. De bloeiperiode
van de gemeenschap valt rond 1850.
Vanaf 1860 gaat zij langzaam achteruit.
In economisch opzicht bracht de oprich
ting in 1839 van de weverij van de firma
Salomonson te Zierikzee niet het succes
dat men had verwacht. Ook heeft dit
niet aantoonbaar geleid tot een trek van
joden naar Schouwen-Duiveland. Uit het
bevolkingsregister van de stad blijkt dat
het beroep wever in de periode van het
bestaan van de weverij (1839-1856) niet
eenmaal voorkomt binnen de joodse
gemeenschap.
Men hield zich in eerste instantie bezig
met ambulante handel. De eerste winkels
werden door 'slagters' opgericht. Uit de
aanslagen Hoofdelijke Belasting van de
gemeente Zierikzee blijkt dat een aantal
joodse inwoners langzaam een zekere
welstand wist te bereiken. Daar staat
tegenover dat er ook in de loop van de
jaren de nodige faillissementen hebben
plaatsgevonden.
21
De voormalige Zierikzeese synagoge in de
Meelstraat; de ingang was aan de achterzijde,
foto omstreeks 1910 (gasd v 0121)