Gelukkig kwam het schip los en kon het zijn reis voortzetten. Half augustus deed
het schip Soerabaja aan (in het oosten van Java) om lading in te nemen. Op de
terugreis werd kapitein Sass ernstig ziek. Op het eiland St. Helena, ver van de
zuidelijke kust van Afrika, was men genoodzaakt hem in oktober achter te laten
om te worden verzorgd. St. Helena was net als Kaapstad een verversingsstation
op de terugreis uit de Oost. Het was het tweede eiland waar Napoleon Bonaparte
naar was verbannen en krap twee decennia eerder was gestorven. Eerste stuurman
J. C. Hoek voer als waarnemend kapitein het schip van het eiland naar de thuishaven
te Zierikzee.
De teloorgang
In de namiddag van 10 december 1841 arriveerde het schip na een reis van vijftien
maanden bij Fort den Haak ten noordwesten van Veere. Het schip kwam op twee
ankers te liggen, 's Avonds ontstond een hevige storm met hoge vloed waardoor
tijdens de nacht een van de twee ankerkettingen doorbrak. Het schip werd tegen
de duinen bij het fort op geduwd. Het tweede anker zat alleen vast aan een touw.
Dat brak waardoor het schip afdreef. Een eind van de kust bleef het vastzitten op
de zandbank Onrust aan de Noord-Bevelandse wal.
Vanuit Middelburg werden manschappen ingezet om te proberen het schip weer
vlot te krijgen. Een reddingschokker werd vanuit Zierikzee eropuit gestuurd om de
opvarenden van het schip te redden. Met een stoomschip kreeg men het voor
elkaar 1100 balen koffie uit het schip te halen. Het doel was om het schip lichter te
maken, in de hoop dat het weer zou gaan drijven. Met ankers, kettingen, trossen en
kabels probeerde men het schip in beweging te krijgen, maar het mocht niet baten.
Door aanhoudend stoten tegen de Onrust brak het schip in de nacht van maandag
op dinsdag tussen twee en drie uur doormidden. Door het overweldigende zeewater
26
Topografische militaire kadasterkaart 1830-1850 met de vermelding van Fort den Haak en een wrak
midden-hoven