De Nederlandse neutraliteit was geen vanzelfsprekendheid, maar vergde een voort durende inspanning. Het leger bleef gemobiliseerd om de grenzen te beschermen. Tegelijkertijd was het handhaven van wat de 'interne neutraliteit' heette, minstens zo belangrijk. Burgers mochten onder geen beding door onverantwoordelijk gedrag de Nederlandse neutraliteit in gevaar brengen. Zeker in de grensstreken kon een onbeduidend incident of een misverstand tot een mogelijke catastrofe leiden. In september 1914 moesten alle schietverenigingen hun geweren en munitie, die ze in bruikleen hadden van het Rijk, inleveren.34 Het Militair Gezag oefende ook op andere terreinen verregaande controle uit op het leven van burgers. Vooral 'niet- neutraal' gedrag als smokkel en spionage bestreed het met alle mogelijke middelen. Spionage Omdat Schouwen-Duiveland destijds nog een echt eiland was, vormde smokkel hier een minder groot probleem voor de militaire bevelhebbers dan in een grensgebied als Zeeuws-Vlaanderen, waar het smokkelen epidemische vormen aannam. Hier bestond vooral de angst voor spionage en het al dan niet opzettelijk lekken van militaire geheimen. In juni 1915 schreef de territoriaal bevelhebber aan alle burgemeesters in Zeeland dat 'een welgezinde Hollander' van inwoners ongevraagd inlichtingen had gekregen over de sterkte en samenstelling van het garnizoen in Zierikzee. 'Het behoeft geen betoog dat dit ontoelaatbaar is. Mitsdien verzoek ik U het noodige te verrichten om de Inwoners Uwer gemeente mede te deelen dat in 's Landsbelang geen onnoodige mededeelingen nopens militaire aangelegenheden aan anderen mogen worden gedaan en die aangelegenheden in geen geval mogen worden besprokene met personen die niet persoonlijk als te goeder trouw bekend zijn.'35 49 Manschappen leggen een kaartje in een overdekte opstelling. In de Zuidhoek stond een batterij van 12 cm geschut opgesteld ter verdediging van de haven van Zierikzee. De geweren op de voorgrond zijn aan rotten gezet, (gasd 1914-1918, O 5266)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2014 | | pagina 51